Stop & Shop heeft een akkoord gesloten met vijf vakbonden omtrent het verbeteren van werkomstandigheden, waar het personeel eerder deze maand voor staakte. De stakingen duurden elf dagen en hadden betrekking op 246 van de 415 winkels van de Amerikaanse supermarktketen, die onderdeel is van Ahold Delhaize.

Volgens Frans Muller, ceo van Ahold Delhaize, is er een contract afgesloten waarbij de medewerkers loonsverhogingen krijgen aangeboden, een ‘uitstekende’ ziektekostendekking hebben en zicht hebben op doorlopende pensioenuitkeringen.

De impact die de stakingen hebben op de winst van Stop & Shop wordt geschat op een bedrag tussen de negentig en 110 miljoen dollar. Dit is het gevolg van een toegenomen krimp van seizoensgebonden en bederfelijke voorraad en extra supply chain-kosten. Daarnaast was er sprake van lagere verkopen in het juist zo drukke paasweekend. Ahold Delhaize verwacht dat hierdoor de operationele marge van 2019 lager ligt dan die van 2018. Ook verwacht het bedrijf een lagere winst per aandeel. De stakingen hebben geen invloed op de resultaten van het eerste kwartaal van dit jaar.

Ruim 31 duizend medewerkers van de supermarktketen legden eerder deze maand het werk neer. Het personeel protesteerde vanwege de in hun ogen te lage lonen en te hoge verzekeringspremie. Het zou gaan om de grootste staking in de Amerikaanse retail in zestien jaar tijd.

Stop & Shop heeft vestigingen in de staten New York, New England en New Jersey. In totaal werken er meer dan zestigduizend mensen.