Er moet iets veranderen in de vleessector. Dat stelt Berend te Voortwis, eigenaar van Crowdbutching. Via de website Koopeenkoe.nl laat de voormalig RetailRookie een tegengeluid horen door consumenten op zijn platform samen een koe te laten kopen, direct bij de boer. De koe wordt pas geslacht als zij volledig verkocht is, om zo voedselverspilling tegen te gaan, het dier een zo goed mogelijk leven te geven en transparantie in de voedselketen te stimuleren. “Je merkt gewoon dat de markt daarop zit te wachten.”
Te Voortwis richtte Crowdbutching vijf jaar geleden op. Ondertussen verkoopt hij via zijn websites het vlees van koeien, varkens, kippen, geiten, herten en met kerst kunnen klanten ook kalkoen via Crowdbutching bestellen. De dieren hebben alle ruimte bij de boeren, krijgen gevarieerd te eten en worden niet eerder dan nodig naar de slacht gebracht. Klanten die een koe kopen, kunnen bovendien precies zien welk dier ze kopen en het verhaal van de bijbehorende boer lezen op de website. Indien gewenst is het zelfs mogelijk een bezoek aan het dier te brengen. Zo weet je precies welk stukje vlees er uiteindelijk op je bord ligt. Na het...
Er moet iets veranderen in de vleessector. Dat stelt Berend te Voortwis, eigenaar van Crowdbutching. Via de website Koopeenkoe.nl laat de voormalig RetailRookie een tegengeluid horen door consumenten op zijn platform samen een koe te laten kopen, direct bij de boer. De koe wordt pas geslacht als zij volledig verkocht is, om zo voedselverspilling tegen te gaan, het dier een zo goed mogelijk leven te geven en transparantie in de voedselketen te stimuleren. “Je merkt gewoon dat de markt daarop zit te wachten.”
Te Voortwis richtte Crowdbutching vijf jaar geleden op. Ondertussen verkoopt hij via zijn websites het vlees van koeien, varkens, kippen, geiten, herten en met kerst kunnen klanten ook kalkoen via Crowdbutching bestellen. De dieren hebben alle ruimte bij de boeren, krijgen gevarieerd te eten en worden niet eerder dan nodig naar de slacht gebracht. Klanten die een koe kopen, kunnen bovendien precies zien welk dier ze kopen en het verhaal van de bijbehorende boer lezen op de website. Indien gewenst is het zelfs mogelijk een bezoek aan het dier te brengen. Zo weet je precies welk stukje vlees er uiteindelijk op je bord ligt. Na het slachten wordt het vlees in vacuümpakketjes voor twee personen verpakt. Het vlees gaat de diepvries in en wordt gekoeld bij de klant aangeleverd. Het complete vleespakket past in één diepvriesvak.
Met deze opzet hoopt Te Voortwis bewustwording te creëren bij de klant. “De consument denkt een reële prijs te betalen voor supermarktvlees, maar ze betalen de goedkoopste prijs die je maar kunt verzinnen. De collateral damage van de hoeveelheid CO2-uitstoot blijft daardoor voortbestaan. En de dieren worden op manieren gehouden waar niemand vrolijk van wordt.” Niet alleen wil Te Voortwis aantonen dat het anders moet, ook hoopt hij consumenten in beweging te krijgen zodat ze bereid zijn wat meer te betalen voor goed gehouden vlees.
Connectie terug
Om die bewustwording te stimuleren plaatst Koopeenkoe.nl koe en boer op een voetstuk, om aan te tonen wat een geweldige koe en geweldige boer het zijn. De consument kan zo zien hoe een koe loopt, leeft en wat zij eet. “Daarmee proberen we de connectie weer terug te brengen bij de consument, in plaats van dat je alleen een plastic bakje opentrekt waar je alleen kunt zien of het bijvoorbeeld rundvlees uit Ierland of Nederland is. Voor de rest weet je helemaal niets”, vertelt Te Voortwis.
Inmiddels zijn er zo’n twintig koeienboeren aangesloten bij het concept, maar er zijn aanzienlijk minder kippen- en geitenboeren bij Crowdbutching aangesloten. Hoe kan dat? “Eén koe geeft ongeveer net zoveel vlees als tweehonderd kippen. Dus je hebt meer boerderijen nodig voor koeien dan voor kippen”, legt Te Voortwis uit. Ook stelt hij dat de kippenboeren in Nederland werken met wat grotere volumes. Ondertussen doen boeren in Duitsland onderzoek naar het houden van kippen én koeien tegelijkertijd, in een soort ‘complementair systeem’ waarbij mobiele kippenhokken achter de koeien het land in gaan. Dan hebben meerdere boeren een kleine groep kippen en zou je met meerdere boeren kunnen samenwerken.
Honderdduizend klanten
In de afgelopen vijf jaar heeft het bedrijf meer dan honderdduizend klanten aan zich weten te binden in Nederland, Duitsland en Engeland. En dat zijn niet alleen klanten die eenmalig wat kopen, maar ook terug blijven komen. “We merken dat we doorgroeien en dat gaat naar tevredenheid.” De verkoop van het vlees is over het hele jaar stabiel. Alleen aan het begin van het barbecueseizoen is er een klein piekje te zien en met kerst weten meer klanten Crowdbutching te vinden. “Dan zorgen mensen ervoor dat ze goed vlees in huis hebben.”
Het bedrijf is sinds vorig jaar winstgevend, maar al het geld dat Te Voortwis aan winst maakt, wordt weer in het bedrijf gestoken. “Het doel is niet om winst te maken.” Vooralsnog is Te Voortwis in Nederland de enige onlinepartij die zijn vlees op deze manier aanbiedt. Er zijn wel boeren die zelf initiatieven opzetten. In Duitsland, waar Crowdbutching ook actief is, is de onlinemarkt nog veel minder ontwikkeld dan in Nederland, maar in Engeland heb je wel meer online-initiatieven die vergelijkbaar zijn met Koopeenkoe.nl. “Je merkt wel dat je daar te maken hebt met hele andere eet- en retailculturen. Daar zijn we nog wel op zoek naar een manier om voet aan de grond te krijgen.”
De Crowdbutching-eigenaar hoopt over vijf jaar een goede stem te worden en blijven in de markt. Een stem die consumenten duidelijk maakt dat als we nog vlees willen blijven eten in de toekomst, we een aantal dingen radicaal anders gaan doen. “Daarvoor moet Crowdbutching nog een stuk groter worden, anders zijn we eigenlijk een soort grapje.” Dat wil Te Voortwis bewerkstelligen met de kanalen die hij nu inzet, online en met een direct-to-consumermodel zodat het vlees direct van de boer bij de eindgebruiker terechtkomt. “Ik denk dat wij gewoon rustig doorgroeien en dat we dingen niet forceren. En dat we als kleine niche in de markt een bepaald geluid blijven geven naar de rest van de vleessector.”