Didi leed al jaren verlies, terwijl de omzetten terugliepen. De damesmodeketen laat een schuld van minimaal 5,7 miljoen euro achter. Dat blijkt uit het eerste faillissementsverslag van de curatoren.

Didi, bestaande uit acht vennootschappen, was in handen van de familie Elzas. Mede door de concurrentie van webwinkels ging het al jaren slecht met de keten. In 2017 was er een verlies van 4,3 miljoen, het jaar erop 2,2 miljoen en in 2019 4,6 miljoen euro. De omzet liep in die jaren terug van ruim 47 naar 43 miljoen euro. De verliezen werden opgevangen door de venootschap(pen) van de uiteindelijke aandeelhouder Fred Elzas. "In de hoop op betere tijden", schrijven de curatoren.

Maar toen de omzetten over november en december 2019 "ronduit slecht" waren, werd besloten uitstel van betaling aan te vragen. Op 6 januari dit jaar werd dat verleend. Een dag later werd al het faillissement aangevraagd. Het was duidelijk geworden dat er geen kapitaalinjectie meer zou komen en dat er geen zicht was op een overname. Dezelfde dag werd het faillissement uitgesproken. Daarna is geprobeerd een doorstart te realiseren, maar dat is niet gelukt. De 81 winkels sloten in februari de deuren en de 468 medewerkers verloren hun baan.

Didi laat een schuld van zeker 5,7 miljoen euro na. De bank is met 1,5 miljoen euro de grootste schuldeiser. De fiscus heeft nog zo'n zeven ton tegoed, de verhuurders iets minder. Didi heeft voor een bedrag van ruim 2,8 miljoen rekeningen openstaan bij 241 concurrente crediteuren. Verder zijn nog vorderingen te verwachten van het UWV voor het doorbetalen van de lonen. Vijf ex-werknemers hebben vorderingen ingediend ter waarde van ruim 32 duizend euro voor transitievergoedingen.