De verkopen van non-foodretailers in België lopen tot een derde terug door de maatregelen omtrent het coronavirus. Dat blijkt uit onderzoek van GfK.
Op dinsdag 12 maart moesten de niet-essentiële winkels bij de zuiderburen hun deuren sluiten, wat vooral een grote klap voor de modebranche betekende. Zij verloren een derde van hun omzet in week 11 (9 tot en met 15 maart). Verkopers van entertainmentproducten zagen hun omzet met veertien procent dalen. Alleen de verkoop van kinderboeken steeg met zes procent. De elektrobranche deed vooral online goede zaken, met een plus van 62 procent. Consumenten investeren in IT- en kantoorartikelen om thuis te kunnen werken. Ook bereiden ze zich voor op eventuele quarantaine door vriezers en (brood)bakmixen in te slaan.
Wim Boesmans, commercieel directeur bij GfK België, verwacht dat de impact van de maatregelen in week 12 nog groter zal zijn. “En het is nog maar de vraag in hoeverre online verkopen de komende weken kunnen compenseren voor de gesloten winkels.”
De foodretailers doen in de meeste landen goede zaken tijdens de coronacrisis. Zo goed dat sommige supermarkten, zoals Marqt, hun openingstijden inkorten om beter te kunnen bevoorraden. In België heeft ook Lidl die beslissing genomen. De keten sluit vanaf woensdag al zijn winkels om 19.00 in plaats van 20.00 uur om zijn personeel meer tijd en ruimte te geven. Ook op zaterdag sluiten de winkels eerder, namelijk om 18.00 uur. De maatregel geldt zolang de coronacrisis aanhoudt.
Reacties 0