Wehkamp heeft alsnog 160 duizend euro overgemaakt naar de boedelrekening van de failliete damesmodeketen Didi. Eerder stortte de webwinkel per ongeluk de opbrengsten van de uitverkoop op een rekening van criminelen, waarna een juridisch steekspel volgde.

Wehkamp verkocht sinds 2012 kleding van Didi. Na het faillissement van Didi begin vorig jaar ging Wehkamp daarmee door. De opbrengsten van de uitverkoop moesten worden overgemaakt naar de failliete boedel, die werd beheerd door twee curatoren. Criminelen slaagden erin toegang te krijgen tot het mailverkeer van Wehkamp en deden zich voor als de curatoren. Ze zeiden dat het geld voortaan naar een andere rekening moest worden overgemaakt. Wehkamp stuurde een e-mail om te checken of dat nummer klopte. Het adres waar het mailtje naartoe werd gestuurd, bleek in handen te zijn van de hackers. Toen ontdekt werd dat er sprake was van criminaliteit bleek een groot deel van het geld al weg te zijn.

De curatoren meldden dat er in hun mailbox niet was ingebroken. Ze wilden daarom alsnog geld zien van Wehkamp, maar de webwinkel weigerde dat. Volgens de curatoren had Wehkamp beter moeten controleren of de mail wel van de curatoren was. Temeer omdat de mail volgens hen 'redelijk amateuristisch' was. De curatoren stapten naar de rechter om het geld alsnog te krijgen. Na de mondelinge behandeling op 15 januari is er diverse keren gesproken over een schikking. Uiteindelijk 'is de kwestie alsnog in der minne geregeld', schrijven de curatoren in het faillissementsverslag dat deze week is gepubliceerd. "We hebben een mooie regeling getroffen", zegt curator Marc Le Belle tegen RetailNews. Door rente en andere kosten viel het bedrag nog wat hoger uit.

Op de boedelrekening staat ruim 4,7 miljoen euro. Het bedrag is na het faillissement flink opgelopen door een succesvolle uitverkoop bij de 81 Didi-winkels. Er werd een omzet behaald van zo'n zeven miljoen euro, waar nog wel allerlei kosten van afgingen. De vordering van de bank van ruim 1,5 miljoen euro is inmiddels voldaan. Ook het UWV, dat gedurende de opzegtermijn de lonen van de werknemers heeft overgenomen, kan nog geld verwachten. "En ik denk dat de verhuurders nog wat gaan krijgen over de periode dat wij gebruik hebben gemaakt van hun winkels", zegt Le Belle. "Voor de gewone leveranciers en de concurrente crediteuren zal weinig of niets overblijven."