Werknemers in de non-food retail krijgen met ingang van 1 juli 4,36 procent meer loon. Dat staat in een 'tussen-cao' die de werkgevers hebben gesloten met de vakbonden, meldt CNV Vakmensen.

Als de leden van CNV, AVV, De Unie en RMU akkoord gaan, geldt de nieuwe cao tot januari. De FNV, die ook de vorige cao niet ondertekende, koos ervoor om niet mee te praten. 

Naast meer loon kunnen werknemers ook enkele andere verbeteringen verwachten. Zo kunnen winkelmedewerkers niet meer worden verplicht om twee koopavonden per week te werken, uitgezonderd in december. Daarnaast mogen ze gebroken diensten weigeren.

Er is bewust gekozen voor een kortlopende cao, zegt CNV-bestuurder Jacqueline Twerda. Andere 'grote vraagstukken' vragen waarschijnlijk zoveel tijd dat een loonsverhoging per 1 juli onzeker zou zijn geworden. Ook konden op deze manier snel stappen worden gezet om de werkdruk te verminderen.

Grootste struikelblok
Het grootste struikelblok volgens Twerda: de bonden eisen dat als het wettelijk minimumloon per 1 januari wordt verhoogd de andere lonen meestijgen. "Anders zou een assistent-manager net zoveel verdienen als een verkoopmedewerker. Dat slaat in mijn optiek nergens op."

Voor werkgevers is het een te grote stap om dat nu al af te spreken, weet Twerda. "Daarom gaan we onderzoek doen naar hoe er in de sector wordt beloond."