Er is een juridisch conflict ontstaan over een voorraad kleding van zo’n 250.000 stuks van het failliete damesmodemerk Sandwich. De familie Veldhoven, de partij achter het merk, spande een zaak aan tegen de curator die het faillissement afhandelde, maar verloor deze. Dat meldt Textilia. 

De familie Veldhoven spande de zaak aan tegen curator Marjolein Oonk-Pallandt. Ze wilden toestemming afdwingen om de voorraad van zo’n 250 duizend stuks kleding onderhands te verkopen aan vennootschap Team SW, die sinds maart licentiehouder is van het merk. Normaliter belanden partijen kleding na een faillissement op een openbare verkoop via de curator. 

Uit de beschikking, die in handen is van Textilia, blijkt dat op 26 april de familie de zaak in de rechtbank Overrijssel in Almelo verloor. De onderhandse verkoop ging niet door, want Oonk-Pallandt vond de geboden prijs van 160.000 euro door Team SW te laag. Ook de rechtbank vindt de prijs ‘niet acceptabel’. Een onafhankelijk taxatiebureau schatte de verkoopwaarde op zo’n 2,5 miljoen euro. De curator zegt twee potentiële kopers te hebben en verwacht rond de 8 ton op te halen met de partij kleding. De familie Veldhoven weigert om met deze partijen in zee te gaan.

“Door deze weigering en door het kapen van de merklicentie wordt een goede afwikkeling van het faillissement geblokkeerd”, zegt Oonk-Pallandt tegen Textilia. De familie denkt daar anders over en vindt dat de curator de doorstart van Sandwich in de weg staat. In een schriftelijke reactie aan Textilia geeft de familie aan dat Martijn Rozenboom de enige potentiële koper was tot 14 april, naast Team SW. Rozenboom kocht de afgelopen jaren merken als Expresso, Claudia Sträter en Miss Etam op, om vervolgens de merkrechten door te verkopen aan andere partijen. 

De curator laat het er niet bij en spant op zeer korte termijn een kort geding aan. Daarmee wil zij de openbare verkoop van de voorraad forceren.

Begin dit jaar werd Sandwich failliet verklaard. Het bedrijf kwam naar eigen zeggen in de problemen door teruglopende omzetten in de coronaperiode en door flinke kostenstijgingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne.