Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan introduceerde RetailTrends de RetailRookies, waarbij jaarlijks 10 ondernemers met een nieuw, onderscheidend retailconcept in het zonnetje worden gezet. Inmiddels bestaat RetailTrends 20 jaar en passeerden in 10 jaar tijd dus al 100 veelbelovende startups de revue. In deze serie interviewen we 6 voormalige RetailRookies uit verschillende jaargangen met als centrale vraag: hoe gaat het nu? Deze keer: Dorus Galama van koptelefoonmerk Repeat Audio. 

Een headphone die niet alleen je favoriete muziek goed laat klinken maar ook vergezeld gaat van een levenslange garantie. Met modulaire onderdelen die bij defecten kosteloos worden vervangen en hergebruikt waar dat kan. Het is het concept van Repeat Audio in een notendop. Door minder koptelefoons op de vuilnisbelt te laten belanden wil het merk e-waste tegengaan. Klinkt goed. 

Toch heeft het koptelefoonmerk, vroeger bekend als Gerrard Street, sinds diens start in 2015 pittige tijden achter de rug. De ontwikkeling van de modulaire koptelefoon nam op zichzelf al enige jaren in beslag. Maar ook was het businessmodel waarin gebruikers een Repeat-koptelefoon konden huren via een abonnement bij nader inzien wat taai, zoals mede-oprichter Dorus Galama het omschrijft. “Het was lastig om eraan te verdienen. We kregen het ook gewoon niet gefinancierd. Bovendien konden we vanwege het model ons product ook niet aanbieden in de retail. We liepen erop leeg. Het waren magere jaren.”

Van rapper tot orkest

Gelukkig keert het tij als Galama samen met mede-oprichter Tom Leenders en mede ingegeven door de vraag vanuit het bedrijfsleven in de coronaperiode overgaat tot een koopmodel. En het gaat steeds beter met Repeat. Inmiddels zijn de audioproducten verkrijgbaar in 65 winkels in Nederland en krijgt het merk steeds meer naam. Ook onder artiesten en muzikanten. Zo treedt rapper Sticks van de formatie Opgezwolle op als een enthousiast ambassadeur van de modulaire headphones en draagt het Metropole Orkest ze naar zijn zeggen vanwege de geluidskwaliteit en het duurzame karakter.

De founders van Repeat legden de lat vanaf het begin vrij hoog. Galama vertelt: “We waren echt wel op de hoogte van de failure rate van startups en dat de kans op mislukken aanwezig was. Maar we waren ook jong en ambitieus. We wilden er helemaal voor gaan: geen compromissen maken en een halfbakken artikel leveren met alleen wat gerecyclede plastics, maar een echt goed modulair product dat zich in kwaliteit kan meten met de Sony’s en Bose’s. Gaat er iets kapot dan is dat ons probleem, vonden we. Best een uitdaging. Maar we wisten ook: als het wél lukt, kan het hele concept ook zomaar ineens gaan vliegen. Inmiddels hebben we gelukkig een mooie groei en zijn we veel verder gekomen dan gedacht. Waar we nu zijn heeft onze dromen overtroffen.”

Highs en lows 

Ondernemen is risico’s nemen. Toch roept het verhaal van Repeat de vraag op waar de drive van Galama vandaan komt. Voor een deel is het affiniteit met het product; de mede-oprichter is simpelweg een enorme muziekliefhebber. Ook helpt een rotsvast geloof in de eigen missie om e-waste – een van de snelst groeiende afvalstromen – te bestrijden hem vooruit. “Als startup is het soms best lastig om je product aan de man te brengen. De highs van ondernemen duren kort en er zijn veel lows. Maar ja, dat hoort er nu eenmaal bij. We geloven in ons idee. Bovendien voelt op kantoor zijn niet als werken, met een team dat uit vrienden bestaat.”

Bij Repeat staat er nog van alles op stapel. Het merk ontwikkelt op het moment earphones die eveneens modulair zijn en volgens de co-founder ook beschikken over een highend geluidskwaliteit. In de komende jaren hoopt het bedrijf nog meer koptelefoon-lijnen te lanceren. Waar wil Galama over 10 jaar zijn? “Dan hebben we er misschien wel een nieuw audioproduct bij. Ook hoop ik op uitbreiding naar het buitenland. Naar Duitsland misschien, en Scandinavië. Of de UK. Repeat schuift in de toekomst echt niet Apple aan de kant. Maar er is best ruimte voor een speler zoals wij. Misschien ooit met een marktaandeel van 4 à 5 procent?”