Bestuurslid Mark Kolster van ondernemersvereniging MHOV zei het begin dit jaar al in RetailTrends: de Rotterdamse Markthal is zo ver van zijn originele concept afgedreven, dat teruggaan naar het startpunt niet meer haalbaar is. In plaats daarvan werd een adviescommissie in het leven geroepen om aan de slag te gaan met een 2.0-variant van het verspaleis. De uitgangspunten daarvan liggen nu op tafel. Wat kunnen we verwachten?
De kritiek van ondernemers op de Markthal is bekend. “De versmarkt is in drie jaar tijd een foodcourt geworden”, vatte Kolster het grootste pijnpunt in één zin. Kort nadat hij zijn visie deelde in RetailTrends, tussen eind januari en medio april dit jaar, is een consumentenonderzoek gehouden over het huidig functioneren van de Markthal en de wensen voor de toekomst. In totaal werden zo’n vierhonderd bezoekers geënquêteerd bij vertrek uit de Markthal en nog eens 1250 online.
Uit het consumentenonderzoek blijkt dat 65 procent van de in de hal ondervraagde respondenten een bezoek aan de...
Bestuurslid Mark Kolster van ondernemersvereniging MHOV zei het begin dit jaar al in RetailTrends: de Rotterdamse Markthal is zo ver van zijn originele concept afgedreven, dat teruggaan naar het startpunt niet meer haalbaar is. In plaats daarvan werd een adviescommissie in het leven geroepen om aan de slag te gaan met een 2.0-variant van het verspaleis. De uitgangspunten daarvan liggen nu op tafel. Wat kunnen we verwachten?
De kritiek van ondernemers op de Markthal is bekend. “De versmarkt is in drie jaar tijd een foodcourt geworden”, vatte Kolster het grootste pijnpunt in één zin. Kort nadat hij zijn visie deelde in RetailTrends, tussen eind januari en medio april dit jaar, is een consumentenonderzoek gehouden over het huidig functioneren van de Markthal en de wensen voor de toekomst. In totaal werden zo’n vierhonderd bezoekers geënquêteerd bij vertrek uit de Markthal en nog eens 1250 online.
Uit het consumentenonderzoek blijkt dat 65 procent van de in de hal ondervraagde respondenten een bezoek aan de Markthal combineert met een bezoek aan andere winkelgebieden in Rotterdam, tegenover 55 procent van de respondenten uit het online onderzoek. Van een combinatiebezoek aan de Markthal en de buitenmarkt op de Binnenrotte is sprake bij 53 procent van de on-site en 45 procent van de online respondenten. Qua bestedingen zegt respectievelijk 61 en 55 procent een bedrag tussen nul en 25 euro uit te geven, terwijl die percentages vier en acht bedragen voor vijftig tot 75 euro. De meeste bezoekers geven dat geld uit aan iets te eten of te drinken (63 en 57 procent) terwijl ruim de helft vooral rondkijkt.
Dat de versmarktfunctie van de Markthal onder druk staat, blijkt ook uit de enquête. 31 procent van de on-site respondenten en 45 procent van de online invullers zeggen bij een bezoek aan de Markthal versproducten te hebben gekocht. Bovendien wordt het versaanbod met scores tussen 6 en 7 relatief laag gewaardeerd. De online respondenten geven zelfs onvoldoendes aan het versaanbod, net als aan de prijs/kwaliteitverhouding en klimaatbehandeling.
De versmarkt is ook het antwoord op de vraag wat consumenten het meest missen. Specifieker gaat het om ‘bijzondere producten’ die als complementair aanbod op de buitenmarkt kunnen fungeren. Ook ‘het verhaal’ bij het aanbod ontbreekt volgens hen. De belangrijkste aanbevelingen van consumenten zijn meer bewegingsruimte, zitgelegenheid, betere verwarming en meer 'vermaak en beleving'. Online worden het versterken van de versmarkt, betere prijzen en meer diversiteit genoemd.
Dalende bezoekersaantallen
De adviescommissie die zich heeft gebogen over een Markthal 2.0, constateert dat niet alleen de positie van vers steeds meer onder druk is gekomen, maar dat bovendien sprake is van verschuiving van ‘gewone producten’ naar ‘pseudo-horeca’ (hotdogs, friet en döner) en van een excessieve toename van vierkante meters horeca. Inmiddels is er in de Markthal ruim zesduizend vierkante meter aan horeca, heel wat meer dan de ooit vastgelegde zestienhonderd. Opvallender is misschien nog wel dat uit de bezoekersoverzichten van eigenaar Klépierre blijkt dat in de jaren na het eerste ‘topjaar’ 2014/2015, de bezoekersaantallen in beperkte mate zijn gedaald. Dat is in strijd met een eerder onderzoek van Strabo, dat juist stijgingen liet zien. Ondernemers en experts zetten ‘forse vraagtekens’ bij dat onderzoek, schrijft de adviescommissie. Ook blijkt uit gesprekken met individuele ondernemers dat de omzetten bij de meeste van hen in ‘vrij sterke mate’ dalen. Bezoekers komen verder nauwelijks naar de Markthal voor dagelijkse boodschappen, afgezien van hun bezoek aan de Albert Heijn-supermarkt.
De adviesgroep concludeert dat het originele versconcept anno 2018 niet meer realistisch is en zet onder de noemer 'Gers Vers' in op Markthal 2.0 als een ‘food- en versmarkt’. Daartoe zijn negen uitgangspunten uitgewerkt.
1. De consument centraal
Over wie de consument is en waar die voor komt, bestond in de eerste jaren van de Markthal verwarring. De dagjesmensen en toeristen zijn de afgelopen jaren steeds meer op de voorgrond getreden, terwijl de Rotterdamse consument veelal wegblijft. Die balans moet beter, constateren de adviseurs: de Markthal heeft meer frequent bezoek uit stad en regio nodig en meer bezoekers die geld uitgeven.
2. De klant is koning
Het ontbreekt in sommige gevallen aan goed ondernemerschap. Daaronder valt niet alleen een goede bedrijfsvoering met oog voor aanbod, kosten en baten. Een ‘goede ondernemer’ moet ook zijn klanten kennen en actief benaderen om zijn verhaal te vertellen en te verleiden tot bestedingen. Het verbeteren van dit ondernemerschap is één van de pijlers in de Markthal 2.0.
3. Een gezonde mix
De Markthal 2.0 is en blijft primair een markthal, met in het aanbod een gezonde mix tussen enerzijds food- en versproducten en anderzijds horeca. De Markthal moet voor een deel de logische aanvulling op de buitenmarkt zijn, maar zich ook richten op doelgroepen die daar niet komen.
4. Het productaanbod: food en vers
Het aanbod van de individuele ondernemer moet passen in het totaalaanbod en aansluiten op het label ‘food en vers’. Een heroriëntatie op de toegevoegde waarde van iedere individuele onderneming is noodzakelijk. Daarnaast wordt de balans tussen productverkoop en horeca een speerpunt, langzaam leidend tot minder horecaondernemingen.
5. De inrichting
De inrichting wordt ruimtelijk aangepast om de bezoeker beter te kunnen bedienen: meer ruimte op centrale plekken om rustig te zitten en te consumeren op openbare terrassen, meer ruimte om langs units te lopen, te proeven en 'verrast te worden'. Dat betekent onder meer bredere looppaden, open plekken, minder units en meer mogelijkheden voor events. Aanpassingen van de inrichting kunnen leiden tot minder verhuurbare vierkante meters, waar een hogere omzet per vierkante meter tegenover staat.
6. Eén gebouw, meerdere compartimenten
Hoewel met de open verbindingen alles in elkaar overloopt, moeten de gebruiksmogelijkheden van het gebouw meer worden bezien vanuit verschillende compartimenten. ‘Vers en food’ is dan vooral te vinden op de marktvloer op de begane grond, de bijbehorende terrassen en in de plint. Een beperkt aantal ruimtes leent zich daarnaast voor het vestigen van bezoekerstrekkende andere, non-food functies.
7. Voorzieningen
De Markthal is geen winkelcentrum met een geconditioneerde temperatuur, maar de verschillen die afhankelijk van het seizoen optreden zijn te groot. Daarnaast blijven door de toenemende horeca met grill- en bakaanbod steeds meer geuren en walmen hangen. Veel units hebben hun zaak niet op orde en er is te weinig luchtverversing. Bij betere voorzieningen moet daarnaast worden gedacht aan nieuwe diensten, zoals collectieve bezorging en pakketafhaalpunten.
8. De Markthal: promotie van een merk
In elke Rotterdamse citytour ontbreekt de Markthal niet, maar meer kijkers zijn nog niet direct kopers, zeker als ze in hun trip een strak tijdschema hebben. Promotie van de Markthal 2.0 wordt meer gericht op het versaanbod dan op het fotogenieke plafond, en vooral op de bezoeker die ook euro’s besteedt. De focus ligt bovendien op bezoekers uit de stad en de regio, die de Markthal al kort na de opening links lieten liggen omdat ze dachten dat die er eigenlijk niet voor hen was.
9. Exploitatie vanuit het collectief
De Markthal is in de kern een cluster van kleine versgeoriënteerde ondernemingen, niet meer en niet minder. In de exploitatie van de Markthal 2.0 wordt in het belang van het merk Markthal en het optimaal bedienen van de consument gedacht en gewerkt vanuit het collectieve belang van de ondernemers en de eigenaar, waarin de ondernemers meer zeggenschap krijgen vanuit hun kennis van branchering en doelgroepen.
Kritiek
Het adviesrapport zet nadrukkelijk de deur open voor meer horeca dan in het originele plan, een ontwikkeling waar de praktijk allang voor heeft gezorgd, maar blijft vasthouden aan de versfunctie als primaire propositie. Hans van Tellingen, eigenaar van onderzoeksbureau Strabo, begrijpt dat niet. “Wat mij betreft is de Markthal juist een prachtig praktijkvoorbeeld van succesvolle blurring”, zegt hij tegen Stadszaken. “Bij de Markthal zien we een scala aan verschillende invullingen, met horeca, verskramen en supermarkten. De consument ziet het verschil niet tussen marktkraam, horeca en winkel. Hij wil overal kunnen zitten en dingen kopen, maar ook ter plekke kunnen consumeren.” Over de gehele linie gaat het volgens hem goed met de ondernemingen in de Markthal. “Natuurlijk zullen er ondernemingen zijn waar het minder goed gaat, maar dat hoeft niet aan het concept te liggen. Slecht presterende winkels heb je in elk winkelgebied.”
De discrepantie tussen de negatieve berichtgeving over de Markthal en het succes dat hij zelf constateert, komt volgens Van Tellingen door een ‘mondige minderheid onder de ondernemers’ die ontevreden is en veel naar buiten treedt. “Ik heb van een groot aantal andere ondernemers gehoord dat zij hier erg van balen. Met hen gaat het namelijk wel goed.” De verschillen in cijfers die uit de onderzoeken kwamen rollen, verklaart hij door de verschillende onderzoeksmethoden, waarbij hij vooral de online enquête hekelt. “Die kan bij wijze van spreken door iedereen over de hele wereld meerdere malen worden ingevuld.”
Hij krijgt bijval van retailexpert Nel de Jager, die ‘de drang naar vers’ evenmin begrijpt. “Naar mijn idee is er nu een sterke combinatie met de omliggende buitenmarkt. Daar wordt veel vers voedsel verhandeld.” Binnen in de Markthal zelf is daardoor ruimte voor ander en aanvullend aanbod, zoals horeca, stelt zij. “Versterk die binnen- en buitenconcepten, daar wordt iedereen beter van.”