Hij gaf de modewereld letterlijk en figuurlijk kleur. Willem Olsthoorn, medeoprichter van het modemerk Oilily, is overleden. Hij werd 81 jaar.

"Je moet hard werken. Dag en nacht. En kies je eigen stijl." Dat advies gaf Willem Olsthoorn eind jaren tachtig aan een ieder die eraan dacht om in de modewereld te stappen. Olsthoorn, geboren op 15 oktober 1938 in Velsen, wist waar hij het over had. Hij zat toen al zo'n 25 jaar in het wereldje.

Sinds 1963 om precies te zijn. In dat jaar richtte hij met zijn vrouw Marieke in Alkmaar het kindermerk Olly op. Olly was de bijnaam van Olsthoorn. Vrolijke, kleurrijke kleding. Daar was behoefte aan, vonden ze. Weg met dat bruin, grijs en zwart, waarin kinderen vaak liepen. Het leken wel een soort jonge volwassenen, zeiden ze vol afschuw. Niet alleen de designs vielen overigens op, ook de hoge prijs sprong in het oog.  

Engelse prinsen en Madonna
In 1980 werd de naam Olly veranderd in Oilily na een juridisch gevecht om de merkrechten. Een jaar later ging het bedrijf failliet. Het wist een doorstart te maken, de productie verhuisde naar India. Oilily groeide in de jaren erna uit tot een internationale onderneming met meer dan zeshonderd medewerkers. De Engelse prinsen William en Harry liepen erin, net als de aandoenlijke kleine Olivia in de Amerikaanse hitserie The Cosby Show. Ook beroemdheden als Madonna en Michael Jackson waren fan en hulden hun kinderen in kleding van het Nederlandse merk. In 1989 verscheen de eerste dameslijn. "Voor stijlvolle vrouwen die niet bang zijn om op te vallen en die hun kleding op verrassende manieren durven te combineren", aldus Oilily.

Kleding van Oilily lag inmiddels wereldwijd in duizenden winkels. Daarnaast had het merk tientallen vestigingen in de Verenigde Staten en Europa. Vanaf 1995 liepen de verkopen terug. Eind jaren negentig stapte zijn vrouw eruit, Olsthoorn deed dat in 2003. Het bedrijf werd verkocht aan investeringsmaatschappij H2 Equity Partners en ABN Amro. Dat pakte niet goed uit. In 2009 ging Oilily failliet. "Het principe van zo'n private-equity-club is: oké jongens, we stoppen er wat geld in, we pompen het op, we snijden zoveel mogelijk kosten eruit en over drie jaar verkopen we de tent, met veel winst. Tja, dan ga je toch aan de essentie van een bedrijf als het onze voorbij", zei Olsthoorn daarover later tegen de Volkskrant.

Ruzie in de familie
Olsthoorn besloot zijn aandelen terug te kopen. Vanaf 2013 - het jaar waarin zijn vrouw overleed - ging het bergafwaarts. De verliezen stapelden zich op. In 2016 vond Olsthoorn het welletjes. Hij had er al enkele miljoenen in gestopt, maar hij was niet langer bereid de verliezen bij te passen. Hij drong aan op een saneringsplan. Onder anderen zijn dochter Sophie en haar man, marketingmanager Gijs de Kogel, werden ontslagen. Die lieten het er niet bij zitten en spanden een rechtszaak aan, die ze verloren. 

De zaak greep Olsthoorn erg aan, zegt modeontwerper Nico Verhey - die tien jaar voor hem werkte - tegen het NRC. "Toen ik zei hoe erg ik het vond, zei hij dat hij er niet over wilde praten." Volgens zijn andere dochter Brecht, die nog wel voor Oilily werkt, heeft Olsthoorn tot het eind toe pogingen gedaan om het goed te maken.

Stephan van Kruisselberge, de huidige ceo van Oilily, zegt tegen het NRC dat hij twee weken geleden nog koffie bij hem thuis dronk. Ze hadden het over lekker eten en Italië, twee dingen waar Olsthoorn dol op was. Woensdag 1 juli, in de vroege ochtend, overleed Olsthoorn aan complicaties die waren ontstaan nadat hij in februari gordelroos had gekregen. Hij werd 81 jaar.