De belangrijkste Nederlandse producenten van consumentengoederen hebben zich weten te handhaven in de top 250 van de sector. Dit blijkt uit het rapport Global Powers of the consumer products industry 2011, waarin Deloitte de grootste bedrijven wereldwijd rangschikt naar gerealiseerde omzet in 2009.
Van de drie grootste Nederlandse bedrijven heeft Heineken (plaats 28) als enige de omzet licht zien toenemen. Unilever en Philips kampten met een daling van de omzet, maar stijgen beide enkele posities naar respectievelijk plaats acht en achttien binnen de top 250.
Over de hele breedte verloor de top 250 in 2009 1,2 procent aan omzet. Een fors verschil met de 4,3 procent groei in het jaar ervoor. Opvallend is de toegenomen efficiency in de sector. “Door de kostenstructuur ingrijpend aan te passen, zijn bedrijven er in geslaagd de winstmarge te vergroten”, vertelt Erik Nanninga, managing partner consumer business bij Deloitte. Als gevolg hiervan steeg de gemiddelde winstmarge van 5,6 naar 6,4 procent.
Dankzij twee belangrijke groeimarkten liggen er de komende jaren volop kansen voor de producenten van consumentengoederen. Ten eerste is er de toenemende vraag van de vergrijzende maar nog vitale babyboomers naar kwalitatieve ‘health & wellness’ producten en gezonde voeding. Daarnaast vormt de sterk groeiende middenklasse in opkomende economieën een potentiële afzetmarkt. “Met name Brazilië is een belangrijke opkomende markt”, aldus Randy Jagt, senior manager consumer business bij Deloitte.
Nederlandse producenten handhaven wereldwijde positie
Gepubliceerd op 13 april 2011 om 00:00
Reacties 0