Nederlandse supermarkten lopen jaarlijks een miljard euro aan omzet mis door derving. De geregistreerde derving loopt per supermarktketen uiteen van één procent tot meer dan drie procent van de inkoopwaarde. Uit een marktstudie van IG&H Consulting & Interim blijkt dat terugdringen het verschil kan maken tussen winst en verlies voor de gemiddelde retailer.
Het verlies door derving zal nooit helemaal tot ‘nul’ kunnen worden gereduceerd. Een bepaalde ondergrens zou noodzakelijk zijn in de afweging tussen voorraad aanhouden en ‘nee’ verkopen. Volgens het onderzoek bepalen twee factoren de hoogte van derving per keten: het (commerciële) formuleprofiel en de operationele ontwikkeling. Het aandeel en de diversiteit aan vers- en actieproducten in het assortiment en het goed voorspellen van de klantvraag (met ‘passende’ voorraden), beïnvloeden derving in belangrijke mate.
Klanten zouden steeds veeleisender worden en ‘dwingen’ retailers tot het aanhouden van een groter, complexer, en dus derving-gevoeliger assortiment. Als retailers niet in staat zijn dit met operationele maatregelen op te vangen, kunnen verliezen hoog oplopen.
Het onderwerp derving zal de komende jaren een belangrijke positie innemen op de strategische agenda van foodretailers, zo melden de onderzoekers. Het vinden van een financieel optimum in de afweging tussen beschikbaarheid, stock-outs, bederf en voorraadkosten, wordt een onderscheidend criterium in ‘retail excellence’, en zal de winnaars zich doen onderscheiden van de rest.
In het deze week verschenen septembernummer van RetailTrends leest u het volledige researchartikel.
Voor een (proef)abonnement klikt u hier
'Derving kost supermarkten miljard'
Gepubliceerd op 8 september 2011 om 00:00
Reacties 0