Door Hans Verstraaten
Bron: RetailTrends 2
Het schijnt dat er burgemeesters en wethouders zijn die tijdens hun bestuursperiode iets ‘achter willen laten’. Iets waarvan inwoners van hun gemeente over tien, twintig of honderd jaar zeggen: ‘Goh, dat museum van ons, wat geweldig, en dat hebben we allemaal te danken aan wethouder Piet Jansen!’ Snel, even een vraag. Hoeveel erfenissen van burgemeesters of wethouders in uw gemeente kunt u noemen waarvan u denkt: ‘Wow!’ Ik denk dat het antwoord ergens heel dicht in de buurt van nul komt. Zelfs van de welbekende en door mij bewonderde wethouders Willem Drees en Floor Wibaut is me zo gauw geen gebouw, plein, museum of wat dan ook bijgebleven.
Maar wie weet mensen, wie weet dat de bewoners van Assen over tien, twintig of honderd jaar bewonderend zeggen: ‘Oh ja, dat factory outletcentrum, dat geweldige factory outletcentrum, óns centrum, dat hebben we toch maar mooi te danken aan ónze wethouder Maurice Hoogeveen. Halleluja, hij leeft voort in onze harten!’
Deze Maurice Hoogeveen wil erg graag dat er even buiten zijn stad een factory outlet komt. Dat is goed voor Assen zegt hij, goed voor de werkgelegenheid, goed als extra attractie in de provincie Drenthe. Ja, eerst een hunebed bezoeken en dan lekker funshoppen! Ja, wie weet is het eigenlijk wel goed voor het hele noorden en... enzovoort. Enfin, u kunt zich iets bij deze promotiepraatjes voorstellen, misschien wel heel veel. Maar ik vertaal zijn verhaal even voor wie het niet meteen snapt en wat hij liever niet vertelt: zo’n factory outlet, gebouwd op gemeentegronden, dat is eerst en vooral erg relevant voor de kas van de gemeente Assen.
Ach ja, een factory outlet. In de gemeente Roosendaal hebben ze er ook een: Rosada. Gelegen aan de snelweg richting Zeeland op ‘slechts dertig minuten van Rotterdam’. Dat laatste klopt, mits je een Ferrari Maranello bezit en deze tocht aflegt om pakweg vier uur ’s nachts. Ook hier weer een naar onsterfelijkheid strevende wethouder die stelde dat Rosada juist goed was voor de binnenstad van Roosendaal. Die redenering gaat ongeveer zo: van al die tienduizenden Rosada-bezoekers zijn er vast duizenden die er een bezoekje aan die binnenstad aan vastknopen. Inmiddels is grotendeels door Rosada de leegstand in die binnenstad naar schatting zeven tot veertien procent toegenomen. Want – je gelooft het niet hè – maar nadat iemand is uitgeshopt te Rosada keert hij of zij vrolijk huiswaarts, bijvoorbeeld naar het 45 minuten verderop gelegen Rotterdam.
Maar zo’n wethouder te Assen heeft het natuurlijk nogal druk, dat is ook waar. Hem is vast ontgaan dat er al flink wat leegstand is in de binnenstad, dat er bekende winkelketens op omvallen staan of reeds zijn omgevallen, dat er tegenwoordig zoiets is als online shopping, dat het consumentenvertrouwen na een korte opleving alweer kwakkelt... Nou ja, eigenlijk best knap dat je dit allemaal ontgaat.
De wethouder heeft wel een onderzoeksbureau te hulp geroepen. Weet u wat er gebeurt als ik een onderzoeksbureau tienduizend euro geef om te achterhalen of ik al dan niet aardig ben? Dan stelt dit onderzoeksbureau vijf maanden later vast in een lijvig rapport dat ik au fond best aardig ben en nader onderzoek zal hoogstwaarschijnlijk uitwijzen dat ik héél aardig ben. Dat onderzoeksbureau van de wethouder stelde vast dat mogelijk – ja wie weet hé, slag om de arm hoor, maar waarschijnlijk – de gevolgen voor de binnenstad van Assen wel zullen meevallen. Maar hé, pin ons er niet op vast. Wat als terzijde ook nog werd geconstateerd: zo’n factory outlet zou de retailers in de binnenstad eventueel 4,5 procent omzet kunnen schelen. Nou, dat valt toch eigenlijk wel mee?
4,5 procent! Het is voor een flagshipstore van Hermès of Prada vast te doen, maar die zijn er dan weer niet in Assen. Voor de rest der retailers te Assen lijkt het me een substantieel zo niet een cruciaal cijfer. Maar daar staat tegenover, meldt de wethouder, dat het factory outletcentrum driehonderd arbeidsplaatsen oplevert. Dat schiet op, zeg. Een paar honderd banen binnen Assen eraf, een paar honderd buiten Assen erbij. Optellen en aftrekken is en blijft een vak apart.
Nee, de bouw staat nog niet honderd procent vast. Maar ergens, dat staat wel vast, ligt ’s nachts een wethouder zalig te dromen. Het is najaar 2017 en even buiten Assen rijden de trucks en de busjes met bouwvakkers af en aan. En daar staat het, op een enorm bord, in metershoge letters: HIER KOMT HET MAURICE HOOGEVEEN FACTORY OUTLETCENTER!
Reacties 0