Ace & Tate kiest in tegenstelling tot zijn concurrenten niet voor filialen in grote winkelstraten. Het brillenmerk vestigt zich alleen in opkomende wijken van grote steden, zegt coo Koen Bremer op het event Lightspeed Connect. “Daar zit ons publiek.”

De startup kon zich in het begin geen locaties in de grote winkelstraten veroorloven, beaamt Bremer. Maar nu dat geen obstakel meer is, vestigt Ace & Tate zich nog steeds niet aan de Lijnbaan in Rotterdam of Kalverstraat in Amsterdam. “Het past niet bij ons merk”, aldus de coo. In Antwerpen zit een van de best presterende winkels volgens hem in een straat waar maar weinig mensen komen. “Een rare locatie, maar toch weten ze ons te vinden.”

Ace & Tate heeft donderdag in Den Haag zijn twintigste vestiging geopend. De retailer zag fysieke vestigingen eerst alleen als marketingtool, met aandacht van de pers en mond-tot-mondreclame. “Dat klopte ook, maar de winkels bleken ook een goede salestool”, aldus de coo. 

De winkels dragen volgens Bremer op drie manieren bij aan het succes van het nieuwe brillenmerk. Zo vormen ze een hulpmiddel om klanten aan te trekken, winnen ze hun vertrouwen en helpen ze het merk te versterken. Het grootste deel komt volgens hem via de winkel in aanraking met het merk, om vervolgens de herhaalaankopen vervolgens steeds vaker online te doen.

Lees meer over de omnichannelstrategie van Ace & Tate op RetailTrends.