Na een roerige periode vol bestuurswisselingen staat Elise Vanaudenhove alweer ruim een jaar aan het roer bij Euro Shoe Group. De Belgische moedermaatschappij van het verlieslatende Bristol keert langzaam het tij. Zelf leerde ze voorgoed relativeren door een noodlottig ongeval.
Ouders
“Mijn jeugd, in Diest, was ronduit fijn. Moeder wetenschapper, vader econoom: er werd gelezen, nagedacht. Ook wij, kinderen, zouden alles uit het leven moeten halen wat erin zit, vooral ook op intellectueel niveau. Benut je potentieel! Mijn ouders verwachtten veel van hun kinderen, maar ze lieten mijn broer, mijn zus en mij vervolgens vrij in de manier waarop we die verwachtingen waarmaakten. Voorbeeld stellen door goed te doen, niet door op te leggen – dat was hun opvoeding. Nooit voelde ik dat als een keurslijf, mogelijk omdat ik zelf ook wilde leren. Ik ben altijd serieus geweest, heb altijd verantwoordelijkheidsgevoel gehad. Het ontbrak ons aan weinig, maar we werden niet gepamperd. Vanwege buikpijn niet naar school? Onbespreekbaar. Bijt dan maar eventjes op je tanden – ik durfde zoiets niet eens voor te stellen aan mijn moeder, ook al had ik echt pijn. Ik plooide me, onbewust. Lange tijd heb ik niet nagedacht over wat ik wilde met mijn leven. Ik ben breed geïnteresseerd, goed in veel dingen, maar nergens echt heel goed in. Mensen raadden me van alles aan, ik stond overal voor open. De weg van de minste weerstand, lange tijd, denk ik achteraf. Om mijn ouders een plezier te doen.”
Opleiding
“Daar stond een geweldige plus tegenover: de familie, het nestgevoel. We zijn nog altijd hecht met elkaar, ook neven en nichten, ooms en tantes. Daardoor werd ik al vroeg zelf een sociaal beestje. Op school organiseerde ik evenementen en uitstapjes. Plezier in het samenbrengen van mensen, dat heb ik altijd gehad. Op kot in Leuven, op een etage samen met mijn zus: ik ging koken voor mijn beste vriendin en al haar huisgenoten, een paar straten verderop. Grote potten op tafel, lekker zonder gedoe, dikwijls voor een man of vijftien. Die liefde voor het koken en de gezellige drukte heb ik van mijn grootvader, een van de stichters van Bristol, een familieman pur sang. Op onze familievakanties stond hij altijd in de keuken, we waren dan met een man of twintig, maar daar draaide hij zijn hand niet voor om. De kinderen deden de afwas, die ook altijd indrukwekkend was.”
'Het moet een ongelukkige val geweest zin. Je wereld draait om, pats boem'
Studie
“De eerste avond als studente in Leuven: het onbeschrijflijke gevoel van vrijheid, alles te kunnen doen wat in je opkwam, zonder verantwoording te hoeven afleggen. Euforisch liep ik door de straten. Vrij snel had ik een rijbewijs en een klein autootje. Besloten we op een middag om die avond naar Amsterdam te gaan – stappen, en dan weer terug. Omdat het kon. Ik wilde burgerlijk ingenieur worden, door de zwaarste studie af te ronden aan de faculteit ingenieurswetenschappen in Leuven. Leren ging me gemakkelijk af, ik wilde bewijzen dat ik zoiets kon – dat mezélf bewijzen, vooral. Toelatingsexamen gehaald, vol goede moed aan de slag. Na drie weken dacht ik alleen maar: ik moet hier weg. Te veel ernst en te weinig fun. Terwijl ik in die dagen heel expressief gekleed ging, hippiemode, New Wave, knaloranje hennahaar – dat ik daar als meisje rondliep was al uitzonderlijk. Ik dacht toen bij mezelf: doel gehaald, ik zou dit kunnen – dat is soms genoeg. Mijn moeder, die zelf als arbeidersmeisje had moeten knokken om te mogen studeren en volharding als levensmotto droeg, was best even teleurgesteld dat ik me daarna op de – in haar ogen toch eenvoudiger – economische wetenschappen stortte, de studie van mijn vader. Hij vond dat prachtig. En mijn grootmoeder zei: ach meiske, ge kunt altijd nog een frituur beginnen. Heerlijk relativerend.”
De grote klap
“Ik was 21 jaar, ik studeerde, leefde zorgeloos – examentijd was de noodrem voor al te veel frivoliteit. Ik had een verloofde, Didier. We zouden trouwen, kinderen krijgen. Het leven liep op rolletjes, als een droom. Tot die zomeravond in 1989: hij was wat aan het motorrijden, op een familiefeest bij mijn familie op het land, niets wilds. Het moet een ongelukkige val geweest zijn. Een stom ongeluk. In de ambulance op weg naar het ziekenhuis is hij overleden. Ik heb zijn ouders moeten bellen, die waren er niet bij – zijn moeder door de telefoon dat nieuws te moeten overbrengen… Je wereld draait om, pats boem, van het ene moment op het andere. Ik zag mijn leven verkruimelen. Heb mijn longen eruit gehuild, was maanden van de kaart. Maar ik hoorde ook de echo van mijn moeders les: niet bij de pakken neerzitten, dóórgaan. Sindsdien is er in mijn leven een vóór en een ná.
De les? Het is een feit dat dingen regelmatig anders lopen dan je wilt, dan je denkt dat ze zullen lopen. Het relativeert zo enorm. Al dat kleine misnoegen waarmee je voorheen de strijd aan wilde gaan – stofdeeltjes in een zonnestraal. Je leert ook dat er, ook al gaat het volstrekt anders dan je had gepland, toch een leven is. Dat dat oké is. Lotsbeschikking: iets boeddhistisch is er wel over me heen gekomen, ja. Ik denk dat er geen zinnige of onzinnige wegen bestaan, ook al kun je boos zijn op iets dat niet gaat zoals jij wilt. Er is maar één weg, het is zoals het is. Of er een hoger plan is, weet ik niet, maar de les is dat ik meer dan ooit in het hier en nu leef, dat we er het beste van moeten maken, dat we bewust moeten leven, ons bewust mogen zijn van het feit dát we leven. Zulk bewustzijn lijkt me zalvend voor de hele mensheid. Door wat me is overkomen ben ik veel meer gaan vóelen: wat past bij mij? Welk leven wil ik leiden? Daarbij stoor ik me niet aan conventies. Niet langer behagen, maar een eigen pad kie - zen, mislukkingen op de koop toe nemen. In die zin heeft het ongeluk een acuut bewustwordingsproces in gang gezet: het leven is eindig en je leeft niet om anderen te plezieren.”
'Ik stoor me niet aan conventies. Niet langer behagen en mislukkingen op de koop toe nemen'
Vakantiebaantje
“Bij de zus van mijn moeder in Avance, een schoenenwinkel in Diest. De ene zomer een maand, de volgende een week of twee: verkopen, adviseren, inrichten. Ik leerde er wat werken is. Als ge geen goesting hebt, dan maakt ge maar goesting. En ook: targets halen. Die stelde mijn tante per dag, en dan maakten we halverwege de balans op. Het was logisch dat ik daar zou gaan werken, we zijn close. Telkens als mijn ouders in het weekend op stap gingen, kwam ze met haar man uit Antwerpen over naar Diest om op te passen.”
Inspiratiebron
“Ik ben een echte boekenwurm, lees alles – van King en Grisham tot literaire werken. Vooral queestes, van jongs af aan. Zowel fysieke reizen, zoals bij Tolkien, als geestelijke: De gele wereld, van de Spaanse schrijver Albert Espinoza, die verhaalt over zijn strijd met botkanker. Er moet wel een silver lining in zo’n boek zitten: hoop, een oplossing. Daarom sla ik Vlaamse literatuur over, die is dikwijls zo intens droef, dat is wentelen in de lelijkheid van de mens. Ik houd van mensen. Ik las als zestienjarige De alchemist van Paulo Coelho, ik kreeg het van mijn vader. Het boek gaat over het vinden van je eigen pad, het zoeken en vinden van je eigen ‘legende’. Na het ongeluk heb ik het wel tien keer herlezen.”
Misvatting
“Mijn levenspad is, zal ik zeggen, niet bepaald doorsnee. Na het ongeluk heb ik gerouwd, maar ik koesterde tegelijkertijd een ontembare wil om mijn wens te vervullen: een kind. Na twee jaar was ik moeder van een dochter. Vader: een passant, sindsdien uit beeld. Mijn omgeving was even in shock, maar dat was snel over. Toen mijn dochter er was, werd ze gevierd als een koningskind. Mijn ouders moesten vlak na de geboorte weg. Toen kwam mijn grootvader me halen en werden we twee weken vertroeteld door mijn grootouders, allemaal wat onconventioneel, maar ook gewoon heerlijk.”
'Ik leef niet zo angstig dat ik mijn blunders, die ik beslist veel maak, lang onthoud'
Het besluit
“Ik ben in de reclame gaan werken, kwam er mijn eerste echtgenoot tegen die ook mijn dochter erkende. We startten samen een reclamebedrijf, kregen een tweeling. Ik maakte een uitstap naar het familiebedrijf, als commercieel directeur van Bristol, maar kreeg te maken met het gedoe rond de omvorming van het familiebedrijf naar een van buiten geleide onderneming. Na een paar jaar keerde ik net zo gemakkelijk terug bij mijn man – nu als diens werknemer. Hard werken, kinderen opvoeden, mooi huis in Diest, geld: opnieuw leek alles perfect. Maar ik voelde diep vanbinnen dat ik steeds minder prettig in mijn vel zat. Dat ik doodongelukkig was. Ik nam toen een besluit waarvan ik nog altijd denk: wat geweldig dat ik dat durfde. Het was een harde stop. Van alles. Huwelijk, bedrijf, huis. Allemaal weg. Ik kocht een woning in Beringen, toevallig in de buurt van Bristol, maar vooral binnen de twintig kilometer van Diest, zo had ik dat met mijn man afgesproken: handig voor het opvoeden van de kinderen. Dat doen we sindsdien als co-ouders, in een uitstekende verstandhouding.
Ik ben een opleiding voor gezondheidstherapeut gaan volgen, inclusief shiatsumassage en kruidengeneeskunde. Startte een therapiecentrum aan huis, met een bed & breakfast. Kwam mijn Italiaanse echtgenoot tegen bij de Griek in Beringen, aan de bar. Die ging me helpen op ons wellnesscentrumpje – een geweldige tijd, tien jaar lang. Maar toen kwam in 2016 de vraag of ik als vertegenwoordiger van de derde generatie in de raad van commissarissen van het familiebedrijf wilde komen. Ik dacht: waarom niet, na de bezinning wilde ik weleens zien hoe het me nu in de business afgaat. Ik merkte dat de passie voor het schoenenvak heel snel terugkwam. Het waren woelige tijden, de omzet stond onder druk, we leden verlies en het boterde niet goed tussen de toenmalige ceo en zijn management. Er moest iemand snel instappen. Ik kende het bedrijf, kende nog heel wat van de mensen en kon mij relatief snel vrijmaken. Een van mijn sterke eigenschappen is, denk ik, dat ik de menselijke kant van het werk bezie. Kracht in het team herkennen, kritisch zijn op wat we doen en hoe we dat doen, motiveren ook: niet ons hoofd laten zakken, dóórzetten – ja, precies zoals mijn moeder mij dat destijds leerde. De boel stabiliseren. Dat moet in 2022 gebeurd zijn. Als de basis staat kijken we verder."
Hobby
“Tuinieren. Een nogal uit de hand gelopen hobby. Onze tuin is anderhalve hectare groot. Elk vrij moment sta ik te wieden, te zaaien en te wroeten. Op onze reizen check ik van tevoren of er mooie publieke tuinen in de buurt zijn, die gaan we dan bezoeken. Dat vind ik opperste ontspanning, daar word ik echt helemaal blij van.”
Sport
“Yoga, Pilates, ik heb het eindeloos gedaan, maar door drukte schiet het er de laatste tijd helaas bij in. Mijn ideaal zou zijn om hier op het hoofdkantoor, als de wezenlijke problemen zijn geklaard, een sport- en ontspanningsruimte voor de medewerkers te organiseren.”
Inspirator
“Ik heb niet een bepaalde held of heldin. Ik houd erg van mensen die anders in het leven staan dan ikzelf. Mijn man: terwijl ik nogal eens nadenk, wik en weeg, is hij het type ‘pluk de dag’: we zien wel. En hij komt er ook altijd mee weg, haha. Een liefdevolle man ook: elke maandag staat hier op mijn kantoor een groot boeket verse bloemen, die komt hij persoonlijk brengen. Ik leer vooral ook van mijn kinderen. Die houden mij een spiegel voor – nee: jonge mensen in het algemeen houden ons een spiegel voor. Zij moeten door, zij zijn de toekomst, het is dus niet zo gek als we naar ze luisteren.”
Blunder
“Ik leef niet zo angstig dat ik mijn blunders, die ik beslist veel maak, lang onthoud. Natuurlijk vergis je je meer dan eens. Als ik mensen verkeerd inschat, blijft me dat meestal wel bij.”
Ontmoeting
“Toen het in mijn eerste huwelijk helemaal niet liep, reisde ik met wat vrienden naar Marokko. Even een heel ander perspectief op het leven induiken, even los van alles komen. Mijn man wilde niet mee – dat vond ik al een veeg teken. Onze gids in de Sahara was een nogal flamboyante berber. ‘Un faux Touareg’, noemde hij zichzelf. Hij zei na het aanhoren van mijn verhaal: je bent in feite een slavin, voortgedreven door je leven. Bam. Het werd tijd om mezelf te bevrijden. Vaak ben ik teruggereisd naar Marokko, om weer even herinnerd te worden aan het feit dat ons bestaan hier in het hoge noorden, met ons werk, onze gezinnen, onze huizen en weekendjes weg, dat dat maar één stukje is van wat we leven noemen.”
Zakelijke beslissing
“De twijfel of ik weer terug zou instappen bij Bristol heeft me lang gekweld. Ik leidde een héérlijk leven, zonder stress. Maar ik kende hier zo veel mensen uit mijn eerdere periode bij het bedrijf. Fijne, lieve mensen, die me vroegen: kom, help de business vooruit. Wat, dacht ik, als ik níet instap en later blijkt dat het bedrijf het niet gered heeft? Dat had ik mezelf nooit vergeven. Dat is mijn intrinsieke drijfveer om de onderneming te leiden. Ik dacht terug aan dat introductie-examen voor de opleiding tot burgerlijk ingenieur: je moet het proberen om te kijken of je het kunt. De uitdaging aangaan, júist als je denkt dat je het helemaal voor elkaar hebt.”
Mislukking
“Mislukkingen bestaan alleen maar als je er niets van leert. Ik heb geen mislukkingen meegemaakt. Regelmatig ga ik bij mezelf na: is er iets waarvan ik spijt kan krijgen? Nee dus.”
Negatieve invloeden
“Mensen hebben nogal eens de neiging om anderen dingen te laten doen die ze niet per se willen doen. Toen ik bij mijn eerste echtgenoot wilde weggaan heeft mijn moeder nog lang geprobeerd om het ‘weer goed te maken’. Ik begrijp haar pogingen, mensen houden niet a priori van veranderingen. Maar het was heilloos, a waste of energy. Ik probeer ook altijd negatieve mensen te vermijden. Aan hen heb ik een grondige hekel. Slachtoffergedrag, energievreters. Soms kun je ze niet ontlopen, dan grijp ik in. Binnen het bedrijf bijvoorbeeld. Maar liever laat ik zulke types links liggen.”
'Dit is een van mijn levens-kpi’s: de positiviteit die ik achterlaat'
Work-life balance
“Het is zwaar hier, veel werk, veel problemen, gelukkig ook nieuwe energie. We openden een Bristol-nieuwe-stijl in Hilversum: meteen zien we meer omzet, nieuwe klanten. Dat is het licht aan het einde van de tunnel, dat is onze focus. Om te ontspannen tuinier ik niet alleen, ik neem ook regelmatig een time-out. Even weg, even niks moeten. Naar een volstrekt andere omgeving. Praten met lokale mensen, dat is zo verrijkend. Binnen een paar dagen is mijn accu dan weer helemaal opgeladen. Vaak hebben mensen hier niet eens door dat ik weg was – want eerlijk is eerlijk, ik zit op locatie wel regelmatig aan mobiel en laptop.”
Groot inzicht
“Toen Jos, een vriend van ons, vijftig werd, vroegen we of hij nu het licht gezien had. Zijn antwoord: mijn inzicht is dat het er allemaal niet zoveel toe doet. Dat vond ik zo verfrissend. Anderhalf jaar later overleed hij, een hartinfarct, out of the blue. Ik zal me zijn levensles altijd herinneren, ben het er ook hartgrondig mee eens. Grote levensvragen zijn voor mij de vragen: hoe voel ik mij vandaag, waar ben ik vandaag dankbaar voor. Dankbaarheid voor alles wat we mogen meemaken, daar hebben we te weinig van. Dankbaar om te zijn, te weten dat we niets weten.”
Nalatenschap
“Alles vergaat. Wie zegt mij dat wat ik deed voor anderen belangrijk zal zijn? Ik hoop dat mensen mij zich later herinneren als iemand wier passage iets positiefs heeft achtergelaten. Hoe klein ook. Dat is een van mijn levens-kpi’s: de positiviteit die ik achterlaat.”