Nederlandse consumenten houden steeds meer de hand op de knip in non-foodwinkels als elektronica- en meubelzaken. Dat zorgt voor het eerst in tien jaar voor een krimp in de detailhandel, van 2 procent. Dat blijkt uit het vooruitzicht voor de retail van het ING Economisch Bureau. 

Over de hele linie verwacht ING een omzetgroei van 5 procent, die afkomstig is van de hogere prijzen in de detailhandel. "De winkelverkopen in vrijwel alle non-food segmenten vallen dan ook sterk terug ten opzichte van 2022, toen er nog sprake was van een inhaalslag in de winkelstraat na de coronapandemie", aldus sectoreconoom Katinka Jongkind. De grootste krimp doet zich voor bij woon- en elektronicawinkels. 

De onlinebestedingen van Nederlanders laat dit jaar wel een kleine groei zien, van 4 procent. Volgens ING is er ook op de lange termijn sprake van een verschuiving naar e-commerce. Het tekort aan personeel werkt dit in de hand: de servicelevels in de fysieke winkel hebben te lijden onder het personeelstekort.

Verschuiving in food
Nederlanders besteden dit jaar niet per se minder aan food. Wel verschuiven de aankopen van de speciaalzaak naar de supermarkt. "Net als in 2022 krimpt de afzet dit jaar doordat consumenten minder kopen", stelt Jongkind. 

De teruglopende bestedingen, hoge kosten, oplopende belastingschulden en het tekort aan personeel zorgt voor meer faillissementen in de detailhandel. ING verwacht dat er met name meer bedrijfsbeëindigingen zullen voorkomen dan in de voorgaande twee jaren.