Fashionretailer H&M belooft hogere lonen te betalen aan leveranciers in Bangladesh. Dat meldt persbureau Bloomberg op basis van een brief die het onder ogen kreeg.

De Zweedse moderetailer voert de loonsverhoging in die de overheid heeft voorgesteld. Het personeel in de fabrieken kreeg eerder een maandsalaris van omgerekend zo’n 70 euro; vanaf december wordt dat zo’n 100 euro. 

Voor werknemers was de door de overheid ingevoerde loonsverhoging niet genoeg: zij eisen een minimumloon van 195 euro om hun dagelijkse kosten te dekken. Dit leidde tot protesten die escaleerden in geweld. De fabrieken werden toen uit voorzorg gesloten. Bij de protesten kwamen 3 mensen om het leven en tientallen raakten gewond. 

H&M zegt te willen werken aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Een stap daarvan is het verhogen van de minimumlonen. De kosten daarvan gaat de retailer doorberekenen in zijn verkoopprijzen.

Zeeman en Prénatal 
Zeeman en Prénatal besloten vorig jaar medewerkers van een fabriek in India een leefbaar loon te betalen. Het minimumloon in India is volgens de retailers niet genoeg om een gezin te onderhouden. In alle landen waar de retailers fabrieken hebben staan, zoals China, India en Bangladesh, betalen de bedrijven minstens het minimumloon. Zeeman wil in 2024 een leefbaar loon mogelijk maken bij 15 leveranciers in Pakistan, China, Bangladesh, India en Turkije – 3 per land.