Supermarkt meestal op loopafstand

De dichtstbijzijnde supermarkt bevindt zich in Nederland gemiddeld op 0,9 kilometer afstand. Drentenaren en Friezen moeten voor hun dagelijkse boodschappen de grootste afstand afleggen, de gemiddelde afstand is 1,2 kilometer. Voor inwoners van Noord- en Zuid-Holland is de gemiddelde afstand het kortst (0,7 kilometer).

Acht op de tien Nederlanders hebben binnen een afstand van één kilometer minimaal één supermarkt.  Supermarkten zijn het sterkst geconcentreerd in de grote steden. Inwoners van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hadden binnen een afstand van één kilometer keuze uit minimaal drie supermarkten. In de Amsterdamse Da Costabuurt en de Haagse Zuidwal waren dat er zelfs meer dan tien.

Ook binnen de provincies variëren de afstanden tot de dichtstbijzijnde supermarkt. In Flevoland zijn de verschillen het grootst. Inwoners van de kleine buurt Centrum Swifterbant in Dronten woonden op gemiddeld zeventig meter van een supermarkt, terwijl die van Zuidlob in Zeewolde gemiddeld bijna tien kilometer moesten afleggen om boodschappen bij een supermarkt te doen.