Het wordt retailers zeer lastig gemaakt om producten in andere Europese landen in te kopen dan het thuisland. Het inkoopvoordeel dat winkeliers daarmee mislopen bedraagt jaarlijks minstens 375 miljoen euro.
Dat stelt brancheorganisatie Detailhandel Nederland. De koepel heeft daarom de Europese Commissie voorgesteld ‘de door de fabrikanten opgezette schotten tussen landen’ omver te halen.
Nederlandse supermarkten wordt het haast onmogelijk gemaakt om in andere landen dan Nederland A-merken te kopen, meent Hendrik Jan van Oostrum, die de detailhandelsorganisatie vertegenwoordigt in Brussel. Terwijl dit soms forse prijsvoordelen oplevert, zelfs als transportkosten worden meegerekend. “Maar als je als Nederlandse winkelbedrijf in Spanje frisdrank wilt kopen, word je vriendelijk doch dringend verzocht om het Nederlandse kantoor te bellen voor je bestelling.”
Makers van merkartikelen bepalen de prijs van hun producten aan de hand van koopkracht en concurrentie in een bepaald land. Daardoor kunnen de prijzen nogal variëren op Europees niveau.
Er zijn ook andere manieren waarop winkeliers worden belemmerd, stelt de winkelierorganisatie. Zo verschillen de systemen voor onder meer statiegeld van land tot land. “Ook worden kortingsacties achteraf ingezet. De producten worden in alle landen verkocht, maar in sommige landen krijgen retailers de korting, afhankelijk van hoeveel producten zijn verkocht. Daardoor is er bij de inkoop geen voordeel te halen”, aldus Van Oostrum.
‘Winkeliers gedwongen in thuisland in te kopen’
Gepubliceerd op 1 november 2010 om 00:00
Reacties 0