De Europese Unie en Japan onderhandelden vorige week over vrijhandel. De Aziatische grootmacht hanteert vooralsnog een protectionistisch beleid. Een einde hieraan zou buitenlandse retailers grote kansen beiden, analyseert Het Financieele Dagblad donderdag.
Hoewel internationale modeketens en luxemerken prominent aanwezig zijn in de prestigieuze winkelstraat Omotesando-dori in Tokyo, geeft dat echter een vertekend beeld. Buitenlandse winkelformules en merken zijn schaars vertegenwoordigd. Dat komt volgens Tommy Kullberg, voorzitter van de European Business Council, door het bureaucratische cordon rond het land.
Een reeks buitenlandse ondernemingen is gedesillusioneerd huiswaarts gekeerd. Zo braken Tesco, Carrefour, Sephora en Boots hun Japanse ambities al af. Kullberg wijst in de richting van de Japanse overheid. “Ze leggen extra kosten op, om de komst van buitenlandse bedrijven te dwarsbomen.” Er worden talloze importdocumenten gevraagd en afwijkende voorschriften gehanteerd.
Kullberg spreekt uit eigen ervaring. Hij leidde zowel IKEA als H&M de Japanse markt op. “Een theekopje dat IKEA wereldwijd verkoopt, moet in Japan in een reeks testen doorstaan. Want Japanners zouden zich kunnen branden aan het serviesgoed.”
Japanse consumenten staan welwillend tegenover de komst van buitenlandse retailers. De hoge kwaliteit tegen lage prijzen wordt zeer gewaardeerd. “Over de hele wereld vraagt het publiek bij IKEA waar de wc en uitgang zijn. In Japan vragen ze of de prijs wel klopt”, meent Kullberg.
Retailers hopen op einde Japans protectionisme
Gepubliceerd op 8 december 2011 om 00:00
Reacties 0