Ahold gebruikt 'Amerikaanse praktijken' om het personeel op te jagen en van gewone banen bijbaantjes van maximaal twintig uur te maken. Daardoor zou er bij dochteronderneming Albert Heijn sprake zijn van ongezonde werkdruk en sociale onzekerheid. Dat stellen FNV Bondgenoten en de Amerikaanse vakbond UFCW.
Naar aanleiding van vele klachten van werknemers van Albert Heijn organiseerde FNV samen met de Amerikaanse vakbond een meeting over 'het andere gezicht van Albert Heijn'. De vereniging vreest dat Nederland afstevent op het Amerikaanse model waar vakbonden aanzienlijk minder te zeggen hebben.
De bond heeft nu een zwartboek opgesteld over de distributiecentra van Albert Heijn. Kern van de kritiek is dat Ahold het niet zo nauw neemt met de arbeidsrelaties. Het ziekteverzuim ligt daar op acht procent, ruim boven de norm. Er wordt ook veel met uitzendkrachten gewerkt, die met 'opjaagbonussen' worden aangespoord harder te werken. Halen ze de minutennorm niet, dan worden ze zonder pardon ontslagen.
De helft van het personeel zou uitzendkracht zijn en veel van hen zijn Polen. FNV ontving vooral veel klachten van deze Oost-Europeanen die in het rapport 'plofpolen' worden genoemd, als analoog aan de verguisde plofkip. De Poolse uitzendkrachten proteseerde maandag zelf al bij Albert Heijn, en overhandigde de directie toen de ‘platina plof-Pool’.
Ook Tempo Team ontving de ‘platina plof-Pool’ uit handen van de Poolse uitzendkrachten. Zij vinden dat het uitzendbureau te hoge kosten voor de huisvesting rekent. AH en Tempo Team zeggen geschrokken te zijn van de klachten en stellen een onderzoek in.
Reacties 0