Nederlanders willen gemiddeld 4,50 euro meer betalen voor een broek van vijftig euro, in ruil voor garantie op een veilige werkomgeving in buitenlandse kledingfabrieken. 73 procent is bereid tot 25 euro meer te betalen, zeventien procent wil helemaal niet extra betalen. Dat blijkt uit onderzoek van NCDO in samenwerking met TNS NIPO onder 1016 Nederlanders, dat vrijdag is gepubliceerd.
De Financiële Telegraaf meldde vrijdag al dat 46 procent van de ondervraagden sinds de berichtgeving over de arbeidsomstandigheden in Bengaalse kledingfabrieken niet beter op de herkomst van kleding let. Door een ingestorte textielfabriek in Bangladesh vielen op 24 april meer dan duizend doden, terwijl eind vorig jaar al 112 mensen om het leven kwamen door een brand in andere fabriek.
De verantwoordelijkheid van veiligheid voor Bengaalse arbeiders ligt in de handen van de fabriekseigenaren en de overheid in Bangladesh, vindt 61 procent van de Nederlanders. Zeven procent van de mensen ziet in de Nederlandse importeur/winkelketen de verantwoordelijke. Een procent vindt het alleen de verantwoordelijkheid van consumenten, 28 procent ziet een gemeenschappelijke verantwoording.
Voorts blijkt dat 77 procent van de Nederlanders meer wil betalen voor de garantie dat de broek niet door kinderen is gemaakt (gemiddeld 6,50 euro). Een eerlijke beloning is voor 76 procent een reden bij te betalen, voor een zo laag mogelijke milieubelasting zou 68 procent geld bijleggen. Dat kleding gemaakt is door arbeiders die lid zijn van de vakbond is met 64 procent de minst belangrijke reden voor consumenten om extra te betalen.
Reacties 0