'Schaf reclamebelasting direct af'

Gemeenten moeten per direct stoppen met de reclame- en precariobelasting voor winkeliers. Dat eist Detailhandel Nederland. De belangenorganisatie stelt 'dat winkeliers het zat zijn om te moeten betalen voor lucht'.   

Onder de noemer reclamebelasting kan een gemeente een belasting opleggen voor bijvoorbeeld naamborden en lichtbakken die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. De totale opbrengsten van deze belasting zijn in 2012 en 2013 met 35 procent gestegen.

Gemeente Hoorn is in dit opzicht het duurste: de gemeente rekent 1.765 euro voor een verlicht reclamebord van zes vierkante meter. Dat concludeert Detailhandel Nederland na onderzoek naar de reclame-, precario- en onroerendezaakbelasting van de zestig grootste gemeenten in de periode 2012 – 2013.

Met de precariobelasting heft een gemeente belasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, zoals luifels en winkeluitstallingen. De precario is sinds 2010 met twaalf procent gestegen. In Bergen op Zoom betaalt een winkelier 38,60 euro als hij een vuilnisbak op de stoep plaatst.

“Het zijn onevenredig zware en onterechte belastingen in een economisch lastige tijd”, zegt Jan Meerman, voorzitter Detailhandel Nederland. De branchevereniging wil dat retailers tot twee meter van de gevel van het pand uitstallingen of luifels mogen plaatsen, zonder dat ze daarvoor belasting moeten betalen. “Uitstallingen, luifels en naamborden zijn onderdeel van een winkel”, vindt Meerman. “Er is geen enkele noodzaak om beperkte reclame of uitstallingen van winkeliers te reguleren via deze belastingen.”

Verder moet de hoogte van de onroerendezaakbelasting (OZB) meebewegen met het economisch tij, bepleit de branchevereniging. De OZB voor hurende winkeliers stijgt jaar in jaar uit en de verschillen tussen gemeenten zijn groot, stelt de organisatie. In Leiden betaalt een eenmanszaak met een winkelpand ter waarde van 300 duizend euro jaarlijks 1.100 euro. In Roosendaal betaalt een winkelier in hetzelfde geval 304 euro.