De Europese Unie moet een pas op de plaats maken met zijn wetgeving, wil het de detailhandel een flinke impuls geven. Dat zegt secretaris Europa Margriet Keijzer van Detailhandel Nederland in Het Financieele Dagblad. In mei liet ze al weten dat de wetgeving voor retailers vaak leidt tot administratieve lasten die disproportioneel zijn.
De intentie van de regelgeving is volgens Keijzer vaak goed, maar lidstaten voeren daarbij allemaal hun eigen nationale voorkeuren door. Wanneer de retailer de waslijst van Europese voorschriften heeft doorlopen, maakt die ‘nationale kop’ het volgens haar nog omslachtiger en complexer. “En de winkelier heeft het maar uit te voeren”, stelt zij. “Wij kunnen niet als enigen verantwoordelijk worden gemaakt voor het oplossen van maatschappelijke problemen.”
Er wordt volgens Keijzer te weinig naar de context gekeken. Zo moet een bedrijf met meer dan vijfduizend klantcontacten een dataprotectieofficier aanstellen, die zicht houdt op de behandeling van persoonsgegevens. “Vergetend dat een kleine onafhankelijke speelgoedwinkel op de hoek zomaar vijfduizend mensen binnenkrijgt, vijfduizend pinbetalingen registreert of vijfduizend personen op de veiligheidscamera krijgt.”
Dat er nog geen sprake is van een interne markt, blijkt volgens haar uit de nieuwe EU-consumentenwetgeving. Zo werd er geen overeenstemming bereikt over gemeenschappelijke garantietermijnen of middelen voor de consument om zijn recht te halen. “Dus verschillen ze nu bij e-commerce per klant.”
Reacties 0