Kledingmerk New Optimist stelt drie strenge eisen aan de kleding die uit zijn atelier komt. Alles moet sociaal, lokaal en duurzaam zijn. En dat betekent volgens de oprichters: back to basics, maar dan wel volgens een moderne aanpak.


Laten zien dat fashion anders kan, dat is het doel van New Optimist. Het Amsterdamse kledingmerk maakt en verkoopt kleding van circulaire, natuurlijke en vegan materialen. Mode kan namelijk sociaal, lokaal en duurzaam zijn, vinden oprichters Nelleke Wegdam en Xander Slager. “Het huidige fastfashionsysteem zit met allerlei kleine schakeltjes aan elkaar. De productie van kleding vindt ver weg plaats en daardoor worden afspraken lang van tevoren vastgelegd. Ook nemen de aantallen toe en moet de productie alsmaar goedkoper, terwijl we allemaal weten dat misschien maar de helft wordt verkocht en de andere helft in de fik gaat”, somt Slager op.

 

Wegdam en Slager waren allebei al actief in de mode-industrie en vonden elkaar in de ambitie om de boel op een andere manier aan te pakken. Slager: “Ik kwam op het idee voor een sociaal atelier met een commercieel product, om het geheel rendabel te maken. Vroeger maakten allerlei Amsterdamse ateliers iedere maand kleding voor lokale merken. Wij proberen dat ook op die manier te doen, maar dan voor ons eigen merk en met digitale marketing erbij.” Back to basics dus eigenlijk, maar dan in een modern jasje.
 

‘Kleren maken zoals vroeger, in een modern jasje’


Transparantie
Wat normaal gesproken achter gesloten deuren plaatsvindt, wordt bij New Optimist op een voetstuk geplaatst. De kleermakers werken in de winkel zodat klanten tijdens het shoppen kunnen meekijken met het naaiproces, ontdekken waarom bepaalde materialen worden gebruikt en wat daar duurzaam aan is. De stoffen komen nu nog uit het buitenland en worden daar ook geverfd. Op termijn wil New Optimist het verven in Nederland gaan doen. Het merk is kritisch op zijn orders en werkt in batches. “We kijken wat we kunnen maken uit de beschikbare stof. We hebben dus een minder grote voorraad en voorkomen zo overproductie.”


Bij New Optimist draait het vooral om het maken van kleding, niet zozeer om de look of de stijl, stelt Slager. “Ons verhaal gaat over het kledingstuk zelf, over het maakproces en door wie en waarvan het is gemaakt. We brengen het hele proces in beeld.”


Nog belangrijker dan de lokale en duurzame aanpak is de sociale functie van de New Optimist, vindt hij. “Sociaal ondernemen is ons basisprincipe. Met onze sociale werkplekken geven we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een duwtje in de rug tot misschien wel betaald werk, of kunnen ze een stap maken in hun persoonlijke ontwikkeling.”


Dat het bedrijf nog niet winstgevend is, maakt hem niet uit. “Ik ben bezig met het ophalen van investeringen, maar wij hebben een hoger doel voor ogen. We willen een maatschappelijke indruk maken en laten zien dat het lokaal produceren van kleding goed mogelijk is.”