Dit leerde Bert van Son (Mud Jeans) over zijn vak en zijn leven
Als jonge kledingondernemer voelt Bert van Son een enorme behoefte om zijn vader – en de wereld – te laten zien wat hij in huis heeft. Het leidt tot succes, rijkdom en, veel later, tot het inzicht dat het productiemodel binnen de kledingindustrie radicaal op de schop moet. Levenslessen van de oprichter van circulaire spijkerbroekenfabrikant Mud Jeans.
Vader
“Calgary, in Canada. Daar ben ik geboren, de middelste van vijf. Mijn ouders waren een hecht stel, ik had een prima jeugd – maar daaronder speelde van alles. Zo was mijn vader, vlak na de oorlog, op zijn zeventiende wees geworden. Hij besloot vervolgens om zichzelf ook voor zijn pleegmoeder, een tante, jarenlang onzichtbaar te maken. En schreef daartoe zijn eigen doodsverklaring. Voor zijn familie was hij, met andere woorden, lange tijd ‘overleden’. Hij heeft het leven ontdekt als complete Einzelgänger.
Het was dus niet gek dat hij met mijn moeder naar Canada emigreerde toen de staat dat begon te pushen: niets bond hem aan dit land. Mijn moeder daarentegen moest zichzelf wegcijferen. Ze verliet zonder...
Als jonge kledingondernemer voelt Bert van Son een enorme behoefte om zijn vader – en de wereld – te laten zien wat hij in huis heeft. Het leidt tot succes, rijkdom en, veel later, tot het inzicht dat het productiemodel binnen de kledingindustrie radicaal op de schop moet. Levenslessen van de oprichter van circulaire spijkerbroekenfabrikant Mud Jeans.
Vader
“Calgary, in Canada. Daar ben ik geboren, de middelste van vijf. Mijn ouders waren een hecht stel, ik had een prima jeugd – maar daaronder speelde van alles. Zo was mijn vader, vlak na de oorlog, op zijn zeventiende wees geworden. Hij besloot vervolgens om zichzelf ook voor zijn pleegmoeder, een tante, jarenlang onzichtbaar te maken. En schreef daartoe zijn eigen doodsverklaring. Voor zijn familie was hij, met andere woorden, lange tijd ‘overleden’. Hij heeft het leven ontdekt als complete Einzelgänger.
Het was dus niet gek dat hij met mijn moeder naar Canada emigreerde toen de staat dat begon te pushen: niets bond hem aan dit land. Mijn moeder daarentegen moest zichzelf wegcijferen. Ze verliet zonder morren haar katholieke nest, haar twee broers en negen zussen. Zo ging dat toen. Mijn vader maakte al snel carrière in de olie-industrie – hij leefde voor zijn werk. Moeder was dolblij toen hij overgeplaatst werd naar Engeland: een stuk dichter bij de warmte van thuis. Daarna werd het Voorschoten, Hengelo, Driebergen-Zeist. Een reizigersgezin.
Uit huis geschopt
“Dat moet je weten voordat ik kan uitleggen waarom mijn vader me totaal niet begreep toen ik zelf op mijn zeventiende, aangeschoten, van een thé dansant terugkwam aan het eind van de zondagmiddag in Zeist. Hij kende dat niet: lol maken, sociaal contact, drinken. Zelf was ik daarentegen een feestneus, een rebel die het leven buiten school flink aan het ontdekken was. Ik had met mijn vader weliswaar eindeloos aan technische projecten gewerkt: taperecorders in en uit elkaar zetten, brommers demonteren. Maar op die zondagmiddag klapte het. Het onbegrip en de ruzie die daarop volgde, leidde ertoe dat hij mij vriendelijk verzocht het huis te verlaten.
Ik weet nog goed wat hij me meegaf: ‘Ga de wijde wereld in. Reizen maakt je vrij. Leer en koester je talent en ontdek wat er buiten het bekende is.’ Klinkt wat cru als je het huis uit wordt geschopt misschien, maar het is die levensles die mij enorm veel heeft gebracht.”
De wijde wereld in
“Ik heb in allerlei landen gewoond en gewerkt, langer buiten dan binnen onze grenzen. Het was geweldig. Als vader van drie kids – en nu net opa – hoop ik die les door te kunnen geven: ontdek de grote wereld, zie wat je daar kunt betekenen. En mijn vader heeft voor zijn dood in 2008 nog kunnen zien wat er van zijn zoon geworden is, hij vond dat erg mooi. Hoe het verder ging met de uit huis geplaatste zoon? Niet onaardig, haha. Kennissen van mijn ouders bezaten een villa in Driebergen, die stond leeg. Achtentwintig kamers, antikraak. Ik geloof niet dat ik ooit populairder was dan toen. Grappig: later was dat pand nog jarenlang het hoofdkantoor van McGregor.”
School
“Twee jaar havo op De Breul in Zeist. Geen dag gespijbeld, al was het wel uitzitten. Daarna probeerde ik de hts, maar wiskunde was voor mij zoiets als Arabisch. En als je geen wiskunde beheerste, lukte de rest ook niet. Restte de opleiding voor gestrande rijkeluiszoontjes, automanagementschool IVA in Driebergen. Daar heb ik vooral geleerd hoe je kon presenteren – je voorstel, je idee, maar ook jezelf. Vanochtend om acht uur stond ik nog voor 250 mensen het verhaal van Mud Jeans uit te leggen. Ik merk dat ik dan nog steeds terugval op wat ik toen leerde over het uitdragen van een verhaal.”
‘Na die ruzie zette mijn vader me het huis uit: ga de wijde wereld maar in’
Doelen bereiken
“Op de havo leerde ik ook iets dat me is blijven intrigeren. Mijn leraar wiskunde legde het begrip oneindigheid uit door met steeds kleinere stapjes op een muur af te lopen. ‘Wanneer je telkens de helft van de vorige stap zet, kom je er nooit.’ Later in mijn leven ben ik daar ook de filosofische waarde van in gaan zien: halsstarrig vasthouden aan een doel is niet altijd goed. Soms is het beter om te beseffen dat alles toch wel doorgaat, of je dat ene doel nou haalt of niet.”
Eerste baantje
“In een werfkelder langs de Oudegracht in Utrecht heb ik tijden lang, samen met mijn broer, grenen kasten geschuurd, in de was gezet en afgelakt. Elke zaterdag deden we dat. De eigenaar van Lorre Antiek had een paar meter boven ons zijn winkel en kocht die kasten ‘kaal’ ergens in. Na onze behandeling gingen er soms op een dag tien exemplaren de zaak uit. Fijn werk, heerlijke geur ook. En het mooiste: aan het eind van zo’n dag zwoegen kreeg je geld.
Ik op mijn Honda viertakt brommer naar huis, maar éérst langs de bloemenmannen op de gracht die hun spullen aan het afprijzen waren. Dat begon met ‘twintig gulden voor vier bossen’, maar als je wachtte werd het ‘vijf gulden voor alles wat je kunt dragen’. Ik snorde regelmatig naar huis met een brommer onder de boeketten. Ik leerde van die mannen dat het onzinnig is om ‘op je prijs te blijven zitten’. Soms is het beter om voorraad weg te werken onder de inkoopsprijs. Weggooien is altijd slechter. Bij Mud zetten we de items die we via onze reguliere kanalen niet kwijt kunnen tegenwoordig weg op Black Friday. Wij hebben die dag omgedoopt tot Blue Friday. Dan scoor je een jeans voor nog geen drie tientjes.”
Borsumij Wehry
“Via een zwager kon ik aan de slag bij het textielbedrijf van het destijds florerende handelshuis Borsumij Wehry. In 1983 werd ik uitgezonden naar Taiwan: een ongelooflijk avontuur. Geen mobieltjes, laat staan gps in je auto, geen besef van de taal. ‘Ga maar langs de kledingleveranciers, Bert’, zei mijn baas dan. Zat je vervolgens in je autootje in the middle of nowhere, alleen maar Chinese tekens om je heen. Probeer dan je weg maar eens te vinden. En wat blijkt? Dat lukt. Als je ten minste goed oplet, luistert naar mensen die je kunnen gidsen en bereid bent om snel, veel te leren. Een keer in de week mocht ik bellen met mijn vriendinnetje, later de moeder van mijn kinderen – zij was in Nederland aan het studeren.”
Onderhandelen
“Ik was bij de firma een van de drie Nederlanders tussen zo’n honderd Taiwanezen, als chef herenoverhemden. Elke avond nam ik les om zo goed mogelijk de taal te kunnen spreken. De productiechef daar was de informele leider van de club, ze werkte er al zo’n tien jaar en kende alles en iedereen. Pony Mah, heette ze, ‘paard’. Zij boog zich over mijn Chinese naam, die krijg je na een paar weken als een soort eerbetoon voor je positie daar. Het werd Sun Baou Der: lief klein broertje.
Je gedienstig en respectvol openstellen opdat je snel kennis kunt opdoen, da’s een les. Ik leerde daar nog iets anders, van mijn baas Bart de Graaf. Toen ik in Taipei een mooi huurappartementje had gevonden, boog hij zich over het contract waarmee ik enthousiast was komen aanzetten. De ene na de andere rode streep ging erdoor. Hij keek me ernstig aan en zei: ‘Je moet elk contract helemaal doorspitten en alles wat je niet bevalt eruit halen voordat je het weer inlevert. Een contract is geen wet, het is een onderhandelingsstuk.’ Daar heb ik in mijn carrière nog vaak profijt van gehad.”
Jeugdheld
“Wat me van het leven van Nelson Mandela vooral opviel – ik las zijn biografie met bewondering – was dat hij zich als telg van hooggeplaatste stamleden moreel verplicht voelde om zijn leven in te zetten voor de goede zaak. Jou is een zekere voorsprong op de rest ten deel gevallen, dat schept een verplichting om er iets mee te doen.
Zelf ben ik me altijd bewust gebleven van de relatieve welstand waarin ik opgroeide. Mijn vader laafde zich aan de herkomst van zijn voorvaderen: de Van Sons waren handelaars en reizigers sinds de Middeleeuwen, dat is allemaal vastgelegd en al die teksten koesterde hij. Ook ik voel een zekere verantwoordelijkheid om dat wat ons kennelijk is meegegeven, ten goede in te zetten. Niet dat ik in de schaduw kan staan van Mandela natuurlijk, maar ik hoop met Mud Jeans mijn wereldwijde ervaring en mijn kennelijk aangeboren handelsgeest naar het goede te buigen.”
‘Ik zit niet in de mode, ik zit in de handel en toevallig van kleding’
Huwelijk
“Tja, een harde les: dat je, als je je onderdompelt in het werk en daar ook nog eens heel succesvol in wordt, het thuisfront niet mag verwaarlozen. Daar kwam ik te laat achter. Het ging ook zo snel. Na Taiwan volgde Hong Kong, en uiteindelijk mocht ik voor Borsumij Wehry Frankrijk aan de slag, als tweede man van de hele operatie. Met een royale commissie op mijn verkopen.
De Fransen waren dol op mijn ‘Dave-accent’, het Neder-Frans van de destijds in Frankrijk beroemde Nederlandse zanger Dave. Ineens ging het niet meer om drieduizend items voor een Nederlandse retailer, maar om veelvouden daarvan. Al snel had ik een dikke auto, een villa in Gent, ik was altijd onderweg. Kwam supermarktketen Auchan langs, patsboem 220 duizend flanel herenoverhemden – dat soort megadeals. Op een gegeven moment moest ik bij de raad van bestuur van Borsumij Wehry in Den Haag op de koffie komen. Ik verdiende meer dan de topman, dat kon niet.
Het succes maakte me monomaan, workaholic. Achteraf begrijp ik dat mijn echtgenote thuis in België een andere meneer tegenkwam. Had ik dat kunnen voorkomen? Tja, wie weet. Het werd geen vechtscheiding, maar co-ouderschap. Ik zorgde ervoor dat ik elke tweede week vroeg thuis kon zijn voor mijn kinderen – samen koken: zij sneden de groenten alvast en als ik thuiskwam, bereidde ik de maaltijd. Voor geen goud had ik die tijd willen missen, in die zin was mijn scheiding een, zij het late, wake-upcall.”
Loslaten
“Inmiddels ben ik na wat omzwervingen gelukkig met mijn jeugdliefde, in een huis in Bergen. Zij werkt net als ik honderd uur per week – al hebben we laatst tegen elkaar gezegd dat we maar eens moeten gaan afbouwen. Daar past bij dat ik op termijn op wat meer afstand wil komen te staan van Mud Jeans. Dan komt er plaats voor een ondernemer die de volgende fase kan leiden. Lastig om in dat opzicht afscheid te nemen natuurlijk, maar het voelt ook wel weer goed. Ik heb het kind op de wereld gezet en nu moet het gaan lopen en uiteindelijk zelfs rennen.”
Aston Martin
“Geld maakt niet gelukkig, haha – en tóch moest ik dat proefondervindelijk vaststellen. Na Borsumij Wehry kon ik aan de slag bij een Turkse kledingfabrikant. Gigantische omzetten draaiden we daar. Weer later was ik eigenaar van een bedrijf met de rechten op de productie en verkoop van Disney-kinderkleding. In 2008, vlak voor de kredietcrisis, verkocht ik dat en was ik binnen. Maar ja. Dat geld betekent verder niks. Ik kocht meteen een splinternieuwe Aston Martin DB9 en reed ermee naar de golfbaan. Dodelijk saai, ik werd er echt ongelukkig van. Staan er van die jochies foto’s te maken als je over een rotonde rijdt. Na een paar maanden gooide ik die wagen er weer uit. De glamourkant staat me niet.
Ik heb ook altijd gezegd: ik zit niet in de mode, ik zit in de handel, en dan toevallig van kleding. Catwalks, modellen, de hele poeha: vreselijk. In die periode ben ik me gaan bezinnen op hoe ik, met al dat geld, iets wezenlijks zou kunnen bijdragen aan de wereld. Uit een faillissement kocht ik toen Mud Jeans. Daar raakte ik al snel een vermogen aan kwijt, sleuren, duwen en trekken werd het – maar dat vond ik niet erg: in dit merk kan ik mijn overtuiging kwijt dat de productieprocessen in modewereld weliswaar vastgeroest zijn, maar toch kunnen worden losgewrikt.”
‘Duurzaam produceren is echt fijner dan traditionele methoden. Maar het kost krankzinnig veel moeite, dat wel’
Productie
“Dat het anders kan, dat inzicht kreeg ik pas gaandeweg hoor. Aanvankelijk was het vooral productie draaien. Seidensticker-overhemden, in brandschone Taiwanese fabrieken waar mensen lachend achter de apparaten zaten, dat was mijn wereld. Maar dat werd voor de afnemers te duur. Modeproductie ging eerst naar Hong Kong – nou ja, in feite naar de troosteloze Zuid-Chinese productiehallen net over de grens daar. Werd ik door het gemeentebestuur daar onthaald op een feestelijke maaltijd: duif. Het hoofd werd speciaal bereid voor mij; daar zaten de hersen in, een delicatesse waar je ook nog eens slimmer van werd.
Maar toen ook die regio kennelijk te duur werd, verkasten de fabrikanten hun productie naar Vietnam – en weer later naar Bangladesh. Daar landde ik een keer in het holst van de nacht, om meteen achtervolgd te worden door tientallen kinderen, vijf, zes jaar oud: heeft u iets te eten voor ons? De totale armoede, de onderkant van de onderkant – en wij laten dat toe, verdienen er geld aan.
Toen ik voor mijn eigen bedrijf later met Disney onderhandelde over die kleding, bleek dat het wél kon: nette faciliteiten in India, good governance, eerlijke prijzen. Dat zette me aan tot het nadenken over alternatieven voor wat we normaal zijn gaan vinden in de modewereld maar wat in wezen volstrekt destructief is, zowel sociaal-maatschappelijk als ecologisch. Mud Jeans is zo circulair mogelijk. We gebruiken inmiddels veertig procent van eerder gebruikte vezels opnieuw in onze broeken. En we zitten met ons kantoor in De Groene Afslag, een compleet circulair bedrijfspand, meer nog: een ontmoetingsplek voor veranderaars, in het groen langs de A1 bij Laren.”
Zeilen
“Catamaranzeilen. Op volle zee. Wat ik daar leer: ga nooit de deur uit zonder voorbereiding, zonder plan. En: in de praktijk loopt het allemaal toch weer anders – en dat is niet erg. Die twee lessen hangen gek genoeg met elkaar samen want voor elke situatie kun je, als je echt goed bent voorbereid, een ander plan uit de kast trekken.”
Inspirator
“Pfoe, zo veel. Een TedX-talk die ik iedereen kan aanraden is van Afdhel Aziz: ‘good is the new cool’. Zo is het ook. Duurzaam produceren is echt aantrekkelijker, spannender, fijner dan traditionele methoden. Maar het kost krankzinnig veel moeite, dat wel. Vernieuwers komen eindeloos veel hobbels tegen. Het gaat erom elkaar te inspireren om die te slechten. Aziz geeft een mooi overzicht van hoe je dat kunt doen. Een van de belangrijkste wenken: ‘back up the promise with proof’. Niet alleen maar mooie woorden, vooral ook eindeloos testen en proberen, net zolang tot je iets hebt dat werkt.”
Blunder
“Ik kocht in 2008 niet alleen Mud Jeans uit een faillissement, maar ook, uit een andere boedel, een duurzaam sportmerk. Daar is ook nog een hoop te winnen namelijk: traditionele sneakers hebben een enorme footprint. Maar de oud-eigenaar bleek een echte oplichter te zijn, die me met schulden achter liet. Dit werd trekken aan een dood paard. Ik ben na een paar jaar weer gestopt, een illusie rijker en met een stuk lichtere portemonnee.
Maar ja, daardoor kon ik me in 2012 wel volledig gaan focussen op Lease A Jeans, waarbij mensen hun spijkerbroek huren in plaats van kopen. Dat sloeg snel aan en werd de basis voor het hernieuwde Mud Jeans. Het nut van betalen voor gebruik wordt overigens geweldig uitgelegd door anti-verspillingsondernemer Bas Luiting. Fabrikanten die, zeg, een wasmachine voor de verkoop maken bouwen hem zo dat na een jaar of drie de eerste reparaties moeten plaatsvinden en na vijftien, twintig jaar vervanging. Bij fabriceren voor lease-achtige constructies zijn dat soort kosten echter voor de fabrikant zelf. Dat leidt tot robuust bouwen, apparaten zoals je die in wasserettes ziet. En dus tot minder verspilling.”
Nalaten
“Over een jaar of tien moet Mud Jeans een wereldmerk zijn. Dat consumenten én andere fabrikanten inspireert om duurzaam, en zo circulair mogelijk, te produceren. Ja, dat hoop ik bij leven en welzijn nog wel mee te maken, haha.”
Dit is een premium artikel
Verder lezen?
Sluit je net als 2.500 bedrijven aan bij de RetailTrends-community
Slechts€10voor de eerste maand
Word member van RetailTrends en krijg;
✅ toegang tot alle premiumcontent;
✅ net als 45.000 nieuwsbriefabonnees dagelijks het laatste nieuws in je mailbox;
✅ gratis vacactureplaatsingen op RetailTrends Jobs;