Vooruitzichten speelgoedbranche zijn somber

De economische malaise is ook de Nederlandse speelgoedbranche niet ontgaan. Sterker nog, het was voor de meeste speelgoedwinkels puur overleven, een groot aantal faillissementen kon echter niet voorkomen worden. In Europa ging het al niet veel beter. In Frankrijk (marktaandeel EU-consumptie 20,4%) nam de omzet met 4% af, ook in Duitsland (17,8%) en Engeland (22,6%) kiezen de consumenten liever voor sparen dan voor uitgeven. De situatie in Italie (7,4%) is ronduit slecht te noemen. In Spanje (6,3%) was een kleine opleving maar zijn de vooruitzichten somber. De enige stabiele markten vormen de Scandinavische landen. In Nederland werd een geschatte 1,132 miljard euro besteed. Per huishouden betekent dat een uitgave van 160 euro per jaar. Daarmee scoort Nederland slecht binnen Europa. In Engeland en Frankrijk wordt respectievelijk 230 en 210 euro per gezinshoofd uitgegeven. In Japan zelfs 250 euro. Nederland is (binnen de EU) de grootste exporteur van speelgoed naar andere EU-landen. Dit komt vooral door de Nederlandse havenfaciliteiten. Een percentage van 75,5 van de speelgoedimport van de EU komt uit China.