Een global vegan take-over: dat is de missie van Vegan Junk Food Bar. De Nederlandse formule is hard op zoek naar franchisers om binnen nu en vijf jaar tot wel honderd nieuwe restaurants te openen. Een gesprek met head of marketing Mireille Sanches. “Planeetvriendelijk ondernemen heeft de toekomst.”

Pastelkleurige hamburgerbroodjes, felroze sausjes en paarse bloemen als garnering. Tel daar een al net zo kleurrijk, Instagrammable interieur met graffiti en neonlichten bij op en je hebt een restaurant van Vegan Junk Food Bar. Geen onbelangrijk detail: alle gerechten – van de hamburgers en de kapsalon tot de bitterballen – zijn volledig plantaardig. Vanuit de gedachte dat plantaardig eten ‘de enige verantwoorde optie is’ opende Edwin Streep in 2017 zijn eerste vegan snackbar. Drie jaar later heeft de keten vier filialen in zijn thuisstad en één in Rotterdam. In het najaar komt daar een restaurant in Groningen bij en rond die tijd opent de formule ook zijn eerste vestiging over de grens, in Barcelona.

Veel mensen denken bij plantaardig eten aan salades, groene smoothies en quinoa. Jullie kozen voor junkfood. Waarom?
“Iedereen houdt van junkfood; het is onweerstaanbaar voor een groot deel van de mensen. Het aanbod aan vegan junkfood was drie jaar geleden erg beperkt, terwijl de vraag vanuit de consument er wel degelijk was. Dat bleek ook na de opening van onze eerste zaak, vandaar dat er snel een tweede volgde. In tegenstelling tot het eerste filiaal was dit meer een hamburgerrestaurant dan een snackbar.”

Als je zegt ‘plantaardig eten is de enige verantwoorde optie’, dan doel je dus niet op de voedingswaarde van de gerechten? 
“Dat klopt, anders hadden we niet voor junkfood gekozen. Wij pretenderen ook geen gezonde gerechten aan te bieden, maar vooral lekker, kwalitatief eten dat ook nog eens goed is voor de planeet.”

Jullie restaurants en gerechten zijn erg Instagram-waardig. Hoe belangrijk is dat voor jullie?
“We gaan wel mee met de huidige tijdsgeest, waarbij Instagram zeker een grote rol speelt, maar dat is niet onze voornaamste drijfveer. We willen onze gasten een bijzondere beleving bieden en de kleurrijke gerechten horen daarbij, het is een onderdeel van ons DNA. We vinden dat eten een feestje moet zijn en dat de presentatie net zo belangrijk is als de smaak. Daarom zijn we continu aan het innoveren. Zo kwamen we op den duur uit bij een felgekleurd broodje, dat ons aan het denken zette: hoe kunnen we dit verder uitbreiden? Dat ons concept daardoor ook nog eens Instagrammable is, is mooi meegenomen.”

Veganisten zijn nog een relatief kleine groep consumenten. Spreken jullie met Vegan Junk Food Bar ook niet-veganisten aan? 
“Jazeker. Vegan Junk Food Bar is voor iedereen, vegans en non-vegans. Onze doelgroep is heel breed; van senioren, bakfiets-moeders en zakenlui tot toeristen en meisjes die leuke Instagram-foto’s willen maken. Doordat we herkenbare producten in een plantaardig jasje steken, is ons concept heel laagdrempelig en uitnodigend. Bij ons komen mensen erachter dat plantaardig eten heel lekker kan zijn en dat je niet per se hoeft in te leveren op smaak of structuur.”

In oktober openen jullie de eerste Vegan Junk Food Bar over de grens, in Barcelona. Waarom in die stad?
“Barcelona is heel upcoming, er gebeurt veel op het gebied van plantaardig voedsel. Daarnaast kregen we vanuit veel plekken in Spanje de vraag wanneer we er een filiaal zouden openen. Maar bovenal deed de kans zich daar gewoon voor. Het is een fantastische stad om mee te beginnen, maar dat is Londen ook en we zouden ook graag in Berlijn zitten. Uiteindelijk willen we een restaurant openen in elke grote stad ter wereld.”

Jullie hebben wel een opvallend moment gekozen om over de grens te gaan, gezien de crisis.
“Dat klopt, maar de uitbreiding stond al langer gepland. We weten niet wat de toekomst gaat brengen en zijn ons ervan bewust dat de situatie zomaar weer kan omslaan, maar we kijken verder dan het coronavirus. Plantaardig eten en planeetvriendelijk ondernemen heeft de toekomst, dat zal niet veranderen.”

Toch moesten ook jullie restaurants dicht tijdens de lockdown. Zijn jullie er dan met (relatief) weinig kleerscheuren vanaf gekomen?
“Net als alle andere horecaondernemers hebben ook wij verlies geleden, maar door out-of-the-box te denken hebben we een positieve draai kunnen geven aan de situatie. Vanaf het moment dat we weer aan take-away mochten doen, hebben we daar op ingespeeld en hebben we de bezorgservice in samenwerking met Thuisbezorgd aangejaagd. Natuurlijk is de situatie nog steeds heel anders dan vóór de crisis, toen mensen soms een uur tot anderhalf uur in de rij stonden om een plekje in onze restaurants te bemachtigen. Maar het toerisme trekt langzamerhand weer aan en daarmee ook de wachtrijen.”

Jullie lieten vorige week weten op zoek te zijn naar franchisers van over de hele wereld. Hebben jullie al reacties gehad?
“Al voordat we dit nieuws naar buiten brachten zijn we benaderd door een aantal grote partijen. Er zijn serieuze gesprekken gaande, maar meer kan ik er nog niet over kwijt.”

Jullie willen de komende jaren tien tot honderd nieuwe filialen openen - vrij uiteenlopende getallen. Waarop zijn die gebaseerd? 
“We hebben inderdaad de wens om binnen vijf jaar honderd zaken erbij te hebben, met een minimum van tien. Honderd is voor ons een realistisch streven, dat kunnen we samen met franchisers bereiken zonder te hard te groeien.”

Daarnaast openden jullie vorige maand jullie eerste ijswinkel: Buba Cream. Wat zijn jullie plannen met die formule?
“De eerste Buba Cream-winkel is een shop-in-shop in een van onze restaurants, maar het idee is dat de nieuwe ijswinkels losse shops worden. Het plan is om ook daarmee uit te breiden.”

Er wordt wel eens gezegd dat veganisme een trend is die uiteindelijk weer overwaait, maar jullie zijn daar duidelijk niet bang voor. Waarom niet?
“Steeds meer mensen worden zich ervan bewust dat duurzaamheid, in elke vorm van consumeren, de enige verantwoorde optie voor de toekomst is. Door de coronacrisis zijn mensen nog bewuster gaan kijken naar hun voedingspatroon en zijn veel consumenten minder vlees gaan eten. Die ontwikkeling vindt al jaren plaats, zij het langzaam. Omdat het aanbod aan vleesvervangers alsmaar groter en beter wordt, neemt de ‘vleesbehoefte’ bij mensen steeds meer af. Daarom verwachten we dat de plantaardige markt alleen maar groter wordt.”