Consumenten met huisdieren zijn bereid diep in de buidel te tasten voor hun beestjes, maar daar willen ze wel wat voor terug. Zo moeten dierenspeciaalzaken goede service bieden en oog hebben voor persoonlijk aandacht. “En daar dreigt het, raar genoeg, nu net mis te gaan voor de kleine zelfstandige”, stelt Olaf Siemens, directeur van franchiseketen Pets Family. “De kleine dierenspeciaalzaken dreigen te verdwijnen. Niet omdat ze geen speciale aandacht willen geven, maar omdat ze het simpelweg niet kunnen. Je kunt niet de kwaaltjes van honderden honden blijven onthouden.”
Het gevaar ligt volgens Siemens op de loer dat, net als bij de elektronicabranche is gebeurd, grote winkelketens aan de rand van de steden alle klanten gaan opslokken. Daarom zet hij in op de aanval: “We willen grote dierencentra neer gaan zetten. Het idee is simpel, maar in Nederland bestaat het nog niet in deze vorm: een dierenwinkel, gecombineerd met een dierenarts, een trimsalon, een hondenschool en een 24-uurs huisdierenhotel.”
“Door alles onder te brengen onder één dak, bied je service aan je klanten. En de verschillende afdelingen profiteren van elkaar: het dierenhotel heeft altijd een arts voor noodgevallen, en het dierenhotel kan als service meteen een trimbeurt aanbieden.”
Pets Family heeft nu 26 franchisenemers verspreid over het land. “Die zouden als lokale steunpunten moeten fungeren voor de grote winkels, met dezelfde computersystemen, zodat de medewerkers ook daar kunnen zien dat Fifi vorige week naar de dierenarts is geweest.”
‘Kleine dierenspeciaalzaken verdwijnen’
Gepubliceerd op 2 januari 2009 om 00:00
Reacties 0