Nederlandse economie klimt in klassement

De Nederlandse economie heeft een flinke inhaalslag gemaakt in het klassement van de Lissabon Agenda. Het laat landen als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland inmiddels ver achter zich. Dat meldt de Lisbon Council, een onafhankelijke denktank die de progressie van Europese economieën toetst aan de criteria van de Lissabon Agenda die in 2000 werd opgesteld, aldus nieuwssite Z24.

Volgens die criteria is Nederland drie plaatsen omhoog geklommen, van de zesde plek naar de derde in het klassement, dat de Lisbon Council voor het derde opeenvolgende jaar opstelde in samenwerking met de Duitse verzekeraar Allianz. De sprong was mogelijk door de sterke economische groei en de hoge werkgelegenheid, twee toetsstenen voor het klassement. De Council prijst de Nederlandse regering voor het in de hand houden van uitgaven, terwijl er toch een grote banengroei werd gecreëerd.

De agenda werd in 2000 getekend door vijftien EU-landen. Ze committeerden zich aan een lijst lange termijndoelen die in 2010 zouden moeten leiden tot het creëren van de meest innovatieve en snelst groeiende, pan-Europese economie. Die zou vooral de Verenigde Staten voorbij moeten streven.

Finland staat nummer één op de lijst, gevolgd door Polen. Finland wordt geroemd om de investeringen in menselijk kapitaal (bijvoorbeeld onderwijs en opleiding) en de houdbaarheid van publieke financiering. Polen doet het vooral goed qua economische groei en arbeidsproductiviteit. Wel werkt de hoge werkloosheid tegen. De grootste daler op de ranglijst is Ierland, dat van een respectabele vierde plaats in 2008 binnen een jaar tijd naar de 13e plaats zakte. Het land bleek te kwetsbaar voor zware veranderingen in de internationale economie.