De kans is groot dat de Europese betaalmarkt, de Single Euro Payments Area (SEPA), leidt tot gemiddeld lagere kosten voor het betalingsverkeer binnen Europa. Maar sommige landen, waaronder Nederland, zullen daar niet van meeprofiteren.Tot die conclusie komt onderzoek van Renske Overeem, verbonden aan de Universiteit van Utrecht.
Doordat alle nationale betaalsystemen zullen verdwijnen ten gunste van één geïntegreerde Europese betaalmarkt, moeten de huidige aanbieders van systemen internationaal opereren. Tot nu toe zijn er echter slechts twee aanbieders, Visa en MasterCard, die grensoverschrijdend werken. "Dit potentiële duopolie kan leiden tot een verhoging van de kosten voor de consument omdat er nog geen concurrenten zijn'', aldus Overeem.
Landen die een inefficiënt betalingssysteem hebben, zoals Italië en Spanje, zullen profiteren van een internationaal systeem. Maar Nederland, dat het efficiënte en goedkope PIN kent, zal er eerder op achteruit gaan. Volgens Overeem zou het dan ook goed zijn als Nederlandse banken zouden deelnemen in een heel nieuw betaalsysteem. "Eventueel door het linken van PIN aan andere Europese systemen.''
Sepa gaat ons geld kosten
Gepubliceerd op 14 juli 2009 om 00:00
Reacties 0