Retailers zijn te sterk gericht op West-Europese landen met lage groeiverwachtingen. Zij moeten hun groei dan ook in opkomende markten zoeken. Dat stelt Annemarie Vreugdenhil, directeur van ING Commercial Banking Nederland. In de detailhandel is groei dichter bij huis een goede optie, maar moet men in acht nemen dat onze eigen markten meer verzadigd zijn dan groeimarkten.
Het Nederlandse bedrijfsleven doet nu nog vooral zaken in omliggende landen, zo blijkt uit een enquête van ING Commercial Banking. Duitsland is de belangrijkste partner, zegt 61 procent, gevolgd door België (46 procent) en Frankrijk (28 procent). De VS en China volgen met respectievelijk 22 en 21 procent en worden op hun beurt weer gevolgd door een lange rij Europese landen. Bijna de helft van de ondernemers zegt te willen uitbreiden in de landen waar ze nu al actief zijn. Door de naweeën van de financiële crisis zal de groei in Nederland en andere westerse economieën veel lager zijn dan we gewend zijn. “Ondernemend Nederland zal voor betekenisvolle groei daarom verder over de grens moeten kijken; met name in Azië en Latijns Amerika”, aldus Vreugdenhil. “Om niet achter te blijven, is het belangrijk dat ze de kansen die opkomende markten bieden tijdig veiligstellen. Weliswaar hebben multinationals hier al ruime ervaring mee, maar middelgrote spelers zijn dit nog niet gewend, en dat kan een rem op hun internationale groei betekenen.”
Lees in het septembernummer van RetailTrends een verhaal over opkomende markten voor retail. Een introductieabonnement op RetailTrends? Klik hier.
Reacties 0