‘Superspeciaalzaken’ bezig met opmars

Nederland krijgt er steeds meer winkelformules bij die zich sterk specialiseren in één productgroep. De zogenaamde ‘superspeciaalzaken’ zijn een tegenreactie op de grote filiaabedrijven waar consumenten terechtkunnen voor veel verschillende producten.

De ‘monowinkels’ gedijen goed door internet. “Als je alleen kaarsen of zeep verkoopt, heb je een groot verzorgingsgebied nodig om het hoofd boven water te houden”, vertelt retailkenner Jan de Jong in De Telegraaf. “Door internet is het verzorgingsgebied eindeloos.”

Zonder internet zouden de monowinkels het waarschijnlijk niet eens redden, meent Frank Quix, directeur van onderzoeksbureau Q&A Research & Consultancy. “De superspeciaalzaken zijn leuk en een verrijking voor de winkelstraat. Maar een fysieke winkel die alleen paperclips verkoopt, gaat het niet halen. Maar zo’n winkel redt het wel als deze ook online actief is”, constateert Quix.

“Het is best complex als je wilt overleven als monowinkel, maar je ziet dat de consument een groeiende behoefte heeft aan uniciteit en beleving. Het algemene aanbod is overal wel verkrijgbaar”, legt retailadviseur Carin Frijters uit. “Superspeciaalzaken hebben het voordeel dat zij een duidelijke markt aanspreken, omdat ze bewust kiezen voor een uniek niche-aanbod.”

‘Universe on a T-shirt’ is een voorbeeld van de speciaalzaak 2.0. De Amsterdamse winkel verkoopt T-shirts die consumenten zelf kunnen ontwerpen. “Een klant komt bij ons met een idee en dan maken we samen ter plekke een ontwerp. Denk bijvoorbeeld aan shirts waarop kindertekeningen zijn afgedrukt”, vertellen mede-oprichter Joris Schenk. “De meeste winkels moeten mee met de laatste trends. Wij hebben daar gelukkig geen last van. Van elk product proberen wij een kunstwerk te maken. Dat kun je niet verwachten van grote ketens die massaproducten verkopen. We voelen ons soms net een ouderwetse kruidenier in een nieuw jasje.”