‘Mobiel adverteren heeft de toekomst’

Het aanprijzen van producten via mobiele apparaten wint de komende jaren steeds meer terrein. Deze betrekkelijk nieuwe vorm van adverteren wordt vooral voor grote merken en retailers steeds aantrekkelijker, aldus Businessweek.com.

Zo richten Samsung, Coca-Cola en Target hun pijlen steeds nadrukkelijker op deze vorm van marketing. Vooral Samsung neemt serieuze stappen met m-commerce. Het bedrag dat de producent in de VS hieraan zegt te spenderen is het afgelopen kwartaal verdubbeld naar tien procent van het totale budget. Samsung koopt advertentieruimte op Facebook, maar ook op bijvoorbeeld AdMob van Google.

Volgens Colleen McDuffe, marketingdirecteur van Samsung Mobile USA, kost een advertentieruimte die te zien is via een mobiel apparaat een zevende van de prijs van een advertentie die op een desktopcomputer zichtbaar is. Dit terwijl deze eerste volgens McDuffe over het algemeen dubbel zo effectief is. “Tenminste, als een bedrijf het goed aanpakt”, aldus de marketeer. “Het is een enorme uitdaging om met de beperkte advertentieruimte die je via mobile hebt een passende merkbeleving neer te zetten én je aanbieding te communiceren.”

Daarnaast aarzelen veel adverteerders nog met deze vorm van marketing, meent George Bell, directeur van Jumptap, een mobile advertentienetwerk. “Zij vinden m-advertising vaak nog ingewikkeld en daarbij is deze vorm van marketing nog zo nieuw dat er nog geen algemeen geaccepteerde methode is om het succes van een mobile advertentiecampagne te meten.”

Toch zien veel grote merken en retailers adverteren via een mobiel apparaat als dé toekomst. Dit is immers vaak de beste en soms de enige methode om consumenten in ontwikkelingslanden of dunbevolkte gebieden te bereiken. Uit cijfers van de International Telecommunication Union blijkt dat er in ontwikkelingslanden zo'n 4,5 miljard mensen zijn die de beschikking hebben over een mobiel apparaat. In dit soort gebieden is de penetratiegraad van een dergelijk apparaat 79 procent, terwijl in dezelfde gebieden maar 25 procent van de huishoudens een computer heeft.