Winkels Amerikaanse retail krimpen

Grote Amerikaanse winkelbedrijven betrekken steeds vaker kleinere winkelpanden. Zij worden hiertoe gedwongen doordat in stedelijke gebieden minder vaak grote winkelpanden beschikbaar zijn en het online kanaal omzet wegtrekt uit de winkelstraat. Bovendien heeft de consument 'genoeg van groot'.

Office Depot bijvoorbeeld, opende zestien jaar terug in Green Bay, Wisconsin met een kleine drieduizend vierkante meter één van zijn grootste Amerikaanse vestigingen. Het winkeloppervlak werd teruggebracht tot zo'n tweeduizend vierkante meter. Doel was de moderne klant een intiemer gevoel te geven en hen makkelijker te laten navigeren door de winkels. "Klanten vertelden ons dat we te groot waren", vertelt een woordvoerster van de keten in kantoorartikelen.

Verkoper van vis-, jacht- en campingspullen Cabela’s zet ook in op kleinere vestigingen. De winkelketen betitelt de filialen als ‘next generation-formaat’. De formule maakte in oktober bekend dat de netto-inkomsten over het algemeen harder stijgen in kleinere winkels dan in zijn grote vestigingen.

De kleinere filialen van Cabela's beslaan 7.500 tot twaalfduizend vierkante meter, terwijl de grootste winkels tot 23.000 vierkante meter tellen. Volgens ceo Tommy Millner kan het winkelbedrijf met meer en kleinere winkels veel beter inspelen op de markt. "Je kunt maar op een paar plekken megawinkels kwijt, terwijl je met een kleiner winkelconcept meer mogelijkheden hebt."

Ook retailers als McMillan Doolittle, Shopko en Walmart richten zich op kleinere vestigingen. “Het voordeel is dat we zo meer winkels kunnen bouwen voor minder geld”, aldus Bill Simon, voorzitter van Walmart Amerika. Het supermarktconcern opent steeds vaker kleinere buurtwinkels om te concurreren met drogisterijketens of discountformules in kleinere gebieden. In 2016 wil het vijfhonderd van zulke winkeltjes geopend hebben waar levensmiddelen, medicijnen, schoonheids- en huishoudelijke producten te verkrijgen zijn.