Black Friday is nog steeds dé winkeldag van het jaar in de Verenigde Staten. De dag na Thanksgivingday, openen vandaag fysieke warenhuizen het kerstseizoen in Amerika met hoge kortingen. Omdat de meeste mensen vrij zijn en massaal aankopen doen, is dit de dag waarop retailers ‘uit de rode cijfers komen’.
Het belang van de superuitverkoop is wel wat afgenomen door de opkomst van webshops en Cyber Monday - sinds 2005 de marketingterm voor de maandag na Black Friday, waarop ook webwinkels gaan stunten met prijzen. Maar nog steeds wordt de vrijdag gezien als 'the Super Bowl van de detailhandel', zoals Charles Holley van Walmart het noemt. Qua omzet ligt Black Friday met een verwachte opbrengst van 12,2 miljard dollar nog ver voor op Cyber Monday, waar men hoopt op een omzet van 1,5 miljard dollar.
Maar ‘online’ loopt wel snel in. De verwachte omzet van Black Friday stijgt dit jaar met 0,1 procent, die van Cyber Monday met 21,4 procent. Winkels proberen het tij nog wel te keren. Veel gaan steeds vroeger open. Retailgigant Walmart opende bijvoorbeeld al gisterenavond om acht uur. Ook proberen ze sympathie te winnen door acties als gratis koffie en iPads voor de eerste honderd klanten.
Oorspronkelijk komt de term Black Friday uit Philadelphia waar het rond 1965 voor het eerst gebruikt werd om te verwijzen naar de enorme verkeersdrukte in en rond die stad op de dag na Thanksgiving. Tegenwoordig liggen mensen in slaapzakken voor de deur van winkels om zeker te zijn de laagstgeprijsde, beperkt voorradige artikelen te bemachtigen. Voor consumenten met lagere inkomens is het de kans om luxeproducten aan te schaffen.
Reacties 0