De privacy van gebruikers van mobiele applicaties staat bij het College bescherming persoonsgegevens (CBP) hoog op de agenda. De gegevensverwerking van apps wordt in het donderdag gepubliceerde jaarverslag van het CBP over 2012 als beoogd onderzoeksthema geformuleerd.
De groeiende populariteit van mobiele applicaties heeft de aandacht van het CBP getrokken, meldt een woordvoerder. Zo besteedden consumenten het afgelopen jaar 525 procent meer tijd aan winkelapplicaties dan in 2011.
CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm, tevens voorzitter van alle Europese privacy waakhonden, heeft de bescherming van persoonsgegevens op het gebied van de ontwikkeling en het gebruik van apps op de agenda gezet. Het afgelopen jaar is echter alleen een groot onderzoek verricht naar WhatsApp, nog niet naar de apps van retailers, stelt de woordvoerder. "Pas als wij signalen ontvangen, mede op basis van klachten van de consument, starten wij een onderzoek", verklaart zij.
Uit een Franse studie wordt duidelijk dat mobiele apps de privacy van consumenten veelal onbedoeld in het geding te brengen. Met speciale software analyseerde de landelijke privacywaakhond CNIL de iPhones van zes vrijwilligers. Een op de drie applicaties verlangt locatiegegevens, terwijl een op de twaalf zich toegang verschaft tot het adresboek van de gebruiker. Uiteindelijk blijken veel apps helemaal geen gebruik te maken van de verzamelde privédata.
Uit het jaarverslag van het CBP blijkt dat Albert Heijn als enige retailer in 2012 op de vingers is getikt. Nadat naar voren kwam dat klanten geen geldige toestemming hadden verleend voor het nieuwe voordeelprogramma 'Mijn Bonus', paste de supermarktketen het privacybeleid aan.
Reacties 0