Nederlandse consumenten vinden dat kledingstukken flexibel en multifunctioneel moeten zijn. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Constantin-Felix von Maltzahn. Hij promoveert volgende maand aan de Universiteit van Amsterdam op het gebied van de Nederlandse mode-identiteit.
De multifunctionaliteit onderscheidt Nederlandse mode van die in andere landen. Zo vinden consumenten het in Italië of Frankrijk normaal om zich twee, drie keer per dag om te kleden. Daarnaast vinden Nederlanders het belangrijk dat kleding gedragen kan worden op verschillende gelegenheden en moet er makkelijk mee gefietst kunnen worden. Von Maltzahn: “De kleding moet rekening houden met maximale bewegingsvrijheid, aangenaam zijn om te dragen en geschikt zijn voor fietsritten.”
Nederlandse modemerken spelen volgens de onderzoeker goed in op de wensen van consumenten. Zo heeft de comfortabele kledingstijl van Nederlanders invloed op de manier waarop kleding ontworpen wordt en op welke materialen en stoffen voor de kleding gebruikt worden.
In het onderzoek komen vier modestromingen naar boven: modernistisch design met een knipoog (zoals Viktor & Rolf en Spijkers en Spijkers), verfijnd casual (zoals G-star en Scotch and Soda), wild design (zoals Oilily en Bas Kosters) en stijlvol middensegment (zoals Stills en Vanilia). Dit baseerde Von Matlzahn onder andere op ervaringen van twaalf deskundigen uit de Nederlandse modewereld.
Reacties 0