Albert Heijn loopt bij de uitbreiding in België aan tegen cultuurverschillen en een andere wetgeving. "Zaken waarvan je zou denken dat ze geharmoniseerd zijn, blijken dat niet", zegt Corné Mulders, directeur van Albert Heijn België, in het Financieele Dagblad.
In België gelden er in tegenstelling tot in Nederland bijvoorbeeld wel voorschriften voor het opbouwen van een winkel vanaf casco. Zo moeten lampen rond de broodafdeling onbreekbaar zijn en moeten kranen automatisch werken, somt Mulders op. Daarnaast mogen kapotte of niet langer houdbare producten niet terug de grens over naar Nederland. "Terwijl we een goed systeem hebben om dat te verwerken", zegt hij. "Nu moeten we het lokaal kwijtraken. Dat werkt averechts."
Verder mag Albert Heijn in België niets onder de kostprijs verkopen, moet het op elk product aangeven wat het verpakkingsvolume is en mag chocolademelk niet onder die naam worden verkocht. Daarnaast zijn bepaalde schoonmaakartikelen verboden omdat die niet aan Belgische voorschriften voldoen.
Ook op de arbeidsmarkt ondervindt de supermarktketen hinder van de Belgische wetgeving. De regels voor werktijden zijn strenger, terwijl voor het tijdelijk inzetten van Nederlands personeel een expatregeling nodig is. De administratieve kosten die dat met zich meebrengt noemt Mulder een 'behoorlijk obstakel voor grensoverschrijdend ondernemerschap'. Het vrije verkeer van werknemers blijkt volgens hem een 'nogal inhoudsloos concept. '
Albert Heijn profiteert dan weer wel van het vrije verkeer van goederen, stelt hij. Ook de euro is 'van onschatbare waarde'. Daardoor kan de keten de winkels in België voor een groot deel vanuit het Tilburgse distributiecentrum bevoorraden.
De Nederlandse supermarktketen heeft nu zestien Vlaamse vestigingen. De doelstelling is vijftig Belgische winkels in 2016. De winkels draaien gemiddeld meer omzet dan in Nederland en zijn rendabel, stelt moederconcern Ahold. De opstartkosten zijn er echter nog niet uit.
Reacties 0