De instorting van Rana Plaza in Bangladesh heeft geen enkel effect gehad op de verkopen van Primark. Dat zegt Paul Lister, hoofd juridische zaken bij moederconcern Associated Britisch Foods, in Het Financieele Dagblad. Bij de fabrieksramp kwamen meer dan elfhonderd textielarbeiders om het leven.
De instorting is daarom niet te vergelijken met Brent Spar, een boorplatform dat Shell in de jaren negentig wilde laten afzinken. "Brent Spar was een-op-een gelinkt met Shell", verklaart Lister. "Bij Rana Plaza waren er tot dertig merken bij betrokken." Een oproep van Greenpeace tot een boycot van Shell leidde tot flinke imagoschade voor de oliemaatschappij.
Daarnaast sloot Primark direct na de ramp een akkoord met niet-gouvernementele organisaties over eerlijke en duurzame textielproductie. Verder bood de kledingketen voor 750 duizend euro aan voedselprogramma's en financiële hulp voor slachtoffers. Primark besloot afgelopen week na overleg in Genève tevens nog tenminste drie maanden de salarissen van fabriekswerkers te betalen.
Primark reageerde verbolgen op de aanwezigheid van slechts negen kledingmerken bij de Zwitserse top. Lister vindt het dan ook niet 'helemaal eerlijk' dat Primark bekritiseerd wordt. "Je zult versteld staan welke labels er naast Primark in dezelfde fabrieken worden gemaakt", zegt hij. Daar zitten volgens hem bekende merken tussen. "In dezelfde fabriek, tegen dezelfde condities, met dezelfde arbeidskrachten. Alleen vragen zij in de winkel wel twaalf keer de prijs die wij vragen."
Reacties 0