De rechtbank Oost-Brabant gaat acht getuigen horen om uit te zoeken of er onrechtmatigheden zijn voorgevallen bij het eerste faillissement van Schoenenreus. Dat heeft de rechtbank maandag bekendgemaakt.
Stichting IPP, een vereniging van oud-werknemers van de schoenenketen, had om 33 getuigen verzocht. De oud-werknemers willen de eventuele schade door hun ontslag verhalen op de oud-bestuurders en de curator. De rechtbank wijst echter een groot deel van het verzoek af, omdat het doel te breed en te vaag is geformuleerd. Zo zouden de oud-werknemers ook feiten willen zoeken die hen bij hun schadeverhaalsactie van pas kunnen komen.
De rechtbank wijst er verder op dat het concern en zijn bestuurders niet kan worden gevraagd aan zo’n groot onderzoek mee te werken. Door ook de 91 vragen terug te brengen tot maximaal tien denkt de rechtbank uiteindelijk vier dagen nodig te hebben, in plaats van meer dan drie maanden.
Schoenenreus werd in januari 2013 voor de eerste keer failliet verklaard, waarna de winkelketen dezelfde dag een doorstart maakte. Investeerders Synergia, Eric Companjen en Paul Schouwenaar namen het concern over, maar namen daarbij wel afscheid van vijfhonderd werknemers. Dat waren volgens de vakbonden en de stichting vooral de dure medewerkers. De getuigen worden nu onder ede gevraagd hoe het onderscheid tussen het personeel is gemaakt.
Schoenenreus ging vorige maand voor de tweede keer in twee jaar tijd failliet. De winkels zijn vorige week tijdelijk geopend om de voorraad te verkopen en de kans op een doorstart te vergroten. De curator is naar eigen zeggen met vier serieuze kandidaten in gesprek over een eventuele doorstart.
Reacties 0