De prijzenoorlog in de foodsector zorgt bij menig supermarkthouder voor slapeloze nachten. De toevoeging van artikelen uit het margerijke non-food zou kunnen helpen. Dat werd geopperd door sommige sprekers tijdens het congres van het Erasmus Food Management Instituut in Rotterdam. Het succes op de korte termijn wordt betwijfeld. De achterstand op de specialisten is groot. De verbetering van het rendement zal primair moeten komen uit meer marktaandeel en efficiëntie.
Toch ziet de toekomst van supermarkten er niet uitgesproken somber uit. Sinds 1995 shopt de gemiddelde consument tien procent minder qua tijd. Daarom neemt het belang toe van bereikbaarheid, parkeermogelijkheden, een groot assortiment en een aantrekkelijke prijs. In het buitenland weten supermarkten hun assortiment uit te breiden. Het succes van non-food zorgt er zelfs voor dat ketens als Hema en Marks & Spencer zich moeten herpositioneren.
Om te kunnen concurreren in de non-food sector moeten de supermarkten een aantal zaken in de gaten houden. Goedkope en functionele producten worden in grote hoeveelheden aangeboden door ketens als Kruitvat, Blokker en Zeeman. Daarom zullen de supermarktketens ook stil moeten staan bij styling, productdesign en kwaliteitstesten. Ook vraagt non-food een ander type voorraadbeheersing. In plaats van reageren op omzet zullen filiaalhouders van te voren moeten inschatten hoeveel er verkocht zal worden. Om over de verschillen in productpresentatie nog maar niet te spreken.
Toch hebben supermarkten veel voordelen. Denk daarbij aan het voordeel van ‘eerste afwijzing’. Consumenten moeten in de supermarkt beslissen om de (al dan niet) functionele non-food producten niet samen met de dagelijkse boodschappen aan te schaffen. Als de consument beslist het niet aan te schaffen, zal er een afzonderlijk bezoek aan een specialist gebracht moeten worden.
Non-food als wapen in strijd prijzenoorlog
Gepubliceerd op 23 november 2005 om 00:00
Reacties 0