Het is voor retailers als Leapp en WE Fashion niet interessant om per land een aparte vervoerder in te zetten. “Als we in een nieuw land beginnen, zijn de volumes laag en zijn pakketvervoerders niet geïnteresseerd om een goed tarief neer te zetten”, stelt logistiek manager Klaasjan Boon van Leapp in het januarinummer van EtailTrends.
WE Fashion, actief met webshops in Duitsland, België, Frankrijk en Zwitserland, heeft dezelfde ervaring. Van alle pakketten die de kledingketen verzendt, gaat een kleine twintig procent naar Duitsland en België. “Natuurlijk kunnen we voor elk land een andere vervoerder inschakelen, maar dan deel je de volumes op en wordt je onderhandelingspositie minder sterk”, zegt supplychaindirecteur Paul Claessens. “Het is vaak alles of niets als je een ladingspakket aanbiedt.”
Claessens noemt nog een aspect dat in de knel raakt: de cutoff-tijd. In Nederland worden bestellingen die voor tien uur ’s avonds binnenkomen de volgende dag bezorgd. Voor Duitsland moet de modeketen een dag extra rekenen. “Best raar eigenlijk dat een pakket naar Düsseldorf extra geld kost en een dag langer onderweg is dan een pakket naar Groningen, terwijl de afstand misschien wel korter is”, vult Boon aan.
Claessens wijst er in EtailTrends 1 ook op dat het voor retailers die voor één pakketvervoerder kiezen niet mogelijk is om te shoppen in het aanbod van lastmile-oplossingen van vervoerspartners in het buitenland. Het gebrek aan transparantie en logica in de tarieven voor internationale pakketzendingen is een van de doornen in het oog van de Europese Commissie. Lees in het januarinummer meer over de drempels waar Leapp en WE Fashion op stuiten en welke maatregelen daartegen genomen worden. Klik hier voor meer informatie over een abonnement op EtailTrends.
Reacties 0