Gemeenten in Noord-Holland moeten in hun beleid beter inspelen op de veranderende wensen van het winkelend publiek. Alleen op die manier kunnen winkelgebieden bruisend en leefbaar blijven. Dat concludeert de provincie uit onderzoek naar de toekomstige behoefte voor winkels in steden en dorpen, dat door gemeenten kan worden gebruikt bij het opstellen van hun toekomstige regionale detailhandelsvisies.

De huidige plannen moeten volgens Noord-Holland beter aansluiten bij de toekomstige behoefte aan traditionele fysieke winkels, omdat er anders een overschot dreigt. Er zou behoefte zijn aan de inzet van een ‘onafhankelijke aanjager’, zoals een stadsregisseur of citymanager, om het transformatieproces van een winkelgebied op gang te brengen. Ook het oprichten van samenwerkingsverbanden tussen winkeliers, vastgoedeigenaren en overheden behoort tot de mogelijkheden. “De wil is er dus wel, maar vervolgens ontbreken financiële middelen”, constateert gedeputeerde Jaap Bond van Economische Zaken.

De provincie stelt zes ton beschikbaar om gemeenten te ondersteunen bij het aantrekkelijk houden van de winkelstraat, nu online winkelen aan populariteit wint. Winkelvoorzieningen zijn volgens Bond niet alleen van groot economisch belang, maar ook ‘cruciaal voor de leefbaarheid in dorpen en steden’. Met de eenmalige subsidieregeling geeft de provincie ‘betrokkenen een steuntje in de rug om aan de slag te gaan’, stelt hij. Alle gemeenten zijn inmiddels geïnformeerd over het marktruimteonderzoek en de beschikbare subsidie. 

De provincie Zuid-Holland maakte onlangs al bekend een half miljoen euro beschikbaar te stellen voor winkeliers, ondernemers en gemeenten die samen hun winkel- of centrumgebied gaan verbeteren. De provincie voert de ‘Subsidieregeling planvorming detailhandel Zuid-Holland’ volgens Vastgoedjournaal in om zo stad- en dorpskernen te versterken en leegstand te bestrijden.