Wereldwijd zijn producenten bezig hun portfolio te rationaliseren. Daarbij sneuvelen de locale namen het eerst. Heinz gaat zich richten op sauzen, maaltijden en snacks en babyvoeding en verkocht Lassie, Hak en Duyvis. Unilever verkocht Mora, zijn parfums en bezint zich over de toekomst van de diepvriesproducten. Sara Lee gaat rigoureuzer te werk. Het bedrijf zet de komende tijd 40 procent van de omzet buiten de deur.
Wat wel en wat niet blijft hangt af van de cijfers. Topman van Unilever, Patrick Cescau, omschrijf het als volgt: “Er bestaan geen heilige huisjes meer. Ik wil geen meelifters maar alleen betalende passagiers in de trein”.
De beursgenoteerde bedrijven moeten onder druk van hun aandeelhouders ook goed presteren in economisch mindere tijden. René Toet van Foodsense “Voor lokale merken is het in de huidige situatie lastig om aan de hoge rendementseisen (brutowinstmarges van 15 procent of meer) te voldoen”.
De opkomst van mondiale merken is volgens Henk Spoon (werkzaam bij P&G, Findus en verbonden aan het Erasmus Food Management Institute) onvermijdelijk. “Hun businessmodel draait om standaardisering, internationale r&d, Europese sourcing, efficiency en het uitrollen van een vernieuwing over regio of wereld. Dat botst met de aparte aandacht en liefde doe een lokaal merk nodig heeft. Die twee zitten elkaar in de weg, het vergiftigt elkaar”.
Uitverkoop der producenten
Gepubliceerd op 30 december 2005 om 00:00
Reacties 0