De prijzenoorlog heeft de winstgevendheid van niet-beursgenoteerde supermarktbedrijven aangetast. Uit hetzelfde onderzoekt blijkt ook dat de financiële veerkracht van de grotere familiebedrijven niet is afgenomen. Dat blijkt uit de jaarverslagen over 2004 van de grotere familiebedrijven in de supermarktbranche.
Jumbo wist de omzet te verhogen met 100 miljoen euro tot 671 miljoen euro. De operationele marge van het bedrijf nam af met 0,2 procent naar 3 procent. Ondanks de opening van zeven nieuwe winkels, wist het supermarktbedrijf de solvabiliteit met 10 procent te laten stijgen naar 40 procent.
Poiesz is met een operationele marge van 7,3 procent één van de best renderende supermarktketens in Nederland. In 2003 wist het Friese bedrijf nog een marge van 8,7 procent te behalen. Beursgenoteerde bedrijven als Aholdbedrijf Albert Heijn (5 procent) en Schuitema met C1000 (3,7 procent) scoren fors lager. De hoge marge schrijft algemeen directeur Piet Smit van Poiesz toe aan het feit dat het bedrijf veel zelf doet: “We hebben een eigen vrachtwagenpark, een volledig inkoopapparaat en een eigen reclameafdeling”.
De meest solvabele supermarktketen is Dirk van den Broek. Het een eigen vermogen van moedermaatschappij Uniconsult bedroeg 81 procent van het totale vermogen op 31 december 2004.
Supers en hun marges
Gepubliceerd op 30 december 2005 om 00:00
Reacties 0