Niemand zal er nog aan twijfelen: de fashionindustrie moet af van zijn verwoestende productiemethoden. Maar hoe zorg je voor structurele verandering? Fashion for Good brengt retailers, fabrikanten en innovators samen. “Deze informatie is te belangrijk om voor onszelf te houden.”
Als je nietsvermoedend met je volle winkeltassen over de drempel stapt bij het pand van Fashion for Good aan het Rokin, is het even schrikken. Door alle kleuren lijkt het een vrolijke bedoening, maar zodra je goed kijkt zie je al snel dat een deel van de muren vol staat met schrikbarende cijfers. Van de zeventig miljoen bomen die elk jaar worden gekapt voor het maken van stoffen tot de grote schaal waarop textielarbeiders worden uitgebuit en misbruikt.
Confronterend, als je net flink hebt geshopt bij H&M of Topshop om de hoek. Consumenten een schuldgevoel aanpraten is volgens communicatiemanager Anne-Ro Klevant Groen echter niet het doel. De tentoonstelling Fashion for Good Experience, die in oktober in Amsterdam opengaat voor publiek, is er vooral op gericht om mensen te informeren en activeren, vertelt ze. “We willen bezoekers bewust maken van de impact...
Niemand zal er nog aan twijfelen: de fashionindustrie moet af van zijn verwoestende productiemethoden. Maar hoe zorg je voor structurele verandering? Fashion for Good brengt retailers, fabrikanten en innovators samen. “Deze informatie is te belangrijk om voor onszelf te houden.”
Als je nietsvermoedend met je volle winkeltassen over de drempel stapt bij het pand van Fashion for Good aan het Rokin, is het even schrikken. Door alle kleuren lijkt het een vrolijke bedoening, maar zodra je goed kijkt zie je al snel dat een deel van de muren vol staat met schrikbarende cijfers. Van de zeventig miljoen bomen die elk jaar worden gekapt voor het maken van stoffen tot de grote schaal waarop textielarbeiders worden uitgebuit en misbruikt.
Confronterend, als je net flink hebt geshopt bij H&M of Topshop om de hoek. Consumenten een schuldgevoel aanpraten is volgens communicatiemanager Anne-Ro Klevant Groen echter niet het doel. De tentoonstelling Fashion for Good Experience, die in oktober in Amsterdam opengaat voor publiek, is er vooral op gericht om mensen te informeren en activeren, vertelt ze. “We willen bezoekers bewust maken van de impact van de mode-industrie op mens en milieu en hen aan het denken zetten over hoe het beter kan.” Consumenten zijn dus een belangrijk focuspunt, maar belangrijker nog zijn de samenwerkingen. Dagelijks zitten er verspreid door het gebouw groepjes mensen die zich bezighouden met de vraag: hoe kunnen we de industrie verduurzamen? Het pand fungeert als een creatieve broedplaats, waar verschillende spelers uit met name de textielsector elkaar vinden, ideeën uitwisselen en samenwerkingen starten.
Cradle-to-cradle
Sinds de oprichting in 2017 roept de foundation merken, retailers, fabrikanten, innovators en andere partijen dan ook op zich aan te sluiten. Het gezamenlijke doel is alle mode 'goed' te maken. En dan gaat het niet over kleding die er gewoon goed uitziet of grotendeels goed is, zegt directeur Katrin Ley. “Onze visie op wat goed is, is gebaseerd op de cradle-to-cradlebenadering van medeoprichter William McDonough. Zijn definitie van goed bestaat uit vijf uitgangspunten: goede materialen (veilig, schoon en ontworpen voor recycling of hergebruik), goed water (schoon en voor iedereen), goede energie (herbruikbaar en schoon), goede economie (groeiend, circulair en waarbij iedereen profiteert) en goede levens (veilige werk- en leefomstandigheden).”
Als we Ley moeten geloven, is goede mode niet alleen mogelijk, maar ligt het binnen handbereik. “De oplossingen zijn er. We zien ontzettend veel vernieuwende en ontwrichtende technologieën die de industrie kunnen veranderen.” Als voorbeeld noemt ze ColorZen, een bedrijf dat oplossingen biedt om het gebruik van water en schadelijke chemicaliën tijdens het verfproces te verminderen. Of Worn Again, dat zich focust op het chemisch recyclen van textiel waardoor grondstoffen hergebruikt kunnen worden. Retailers, merken en fabrikanten zijn vaak wel bereid deze innovaties te integreren in hun toeleveringsketen, maar de partijen weten elkaar niet te vinden. Het innovatieplatform van Fashion for Good moet hiervoor de oplossing bieden. Ondernemers worden gekoppeld aan merken, retailers en financiers om hun ideeën en technologieën van niche naar mainstream te brengen.
Hoe dat precies in zijn werk gaat, vertelt Klevant Groen. “Binnen het innovatieplatform sporen we veelbelovende, duurzame innovaties op en en helpen we hen bij de toepassing van hun ideeën in de praktijk. Twee keer per jaar krijgen tien tot vijftien startups de kans om hun ideeën verder uit te werken.” Bedrijven die de startupfase zijn ontgroeid, kunnen aanhaken bij het zogenoemde scaling-programma. Gedurende een periode van maximaal achttien maanden krijgen ze ondersteuning om hun plan nog beter neer te zetten. “Uiteindelijk kunnen ze contact leggen met fabrikanten, investeerders en merken die hen helpen bij het versnellen van de implementatie van de innovaties”, aldus Klevant Groen.
De rol van C&A
Zonder innovatie, geen goede mode. En om die innovatie mogelijk te maken, is samenwerking vereist, beaamt Jens Völmicke. Hij is hoofd externe communicatie bij C&A, de eerste fashionretailer die zich bij Fashion For Good aansloot. “De overgang naar een volledig duurzame kledingindustrie is een grote uitdaging. Het kost tijd en vereist een holistische systeembenadering, waarbij samenwerkingen en de ontwikkeling en toepassing van vernieuwende oplossingen onmisbaar zijn.”
C&A wil een deel van de oplossing zijn, vertelt Völmicke. “Ons doel is een toekomst waarin duurzame kleding niet het alternatief is, maar de norm.” Om daar te komen, dienen alle productieprocessen in de kledingketen opnieuw te worden uitgevonden. “Het is nodig dat we op een andere manier leren nadenken over hoe we dingen maken.” Zo moet bij het ontwerp van het product al rekening worden gehouden met wat er uiteindelijk mee gebeurt. “Breng je de grondstoffen dan weer terug in de cyclus? Of zorg je dat het kledingstuk compost kan worden?”
Samen met Fashion for Good werkte het Nederlandse merk aan de ontwikkeling van het eerste T-shirt dat volledig volgens de cradle-to-cradleprincipes is gemaakt. Een mijlpaal, volgens Völmicke. “Het laat zien dat het nu al mogelijk is producten te maken die geschikt zijn voor een circulair model.” Om anderen te inspireren, is een praktische how-to-gids gemaakt voor fabrikanten en merken. “Dit soort informatie is te belangrijk om voor onszelf te houden. Door kennis te delen kunnen we elkaar aanmoedigen en helpen bij de transitie.”
Goed op dreef
C&A publiceerde woensdag zijn nieuwste Global Sustainability Report. Daaruit blijkt volgens de modeketen dat aan de voor 2020 geformuleerde duurzaamheidsdoelstellingen goed wordt gewerkt. Zo heeft het modeconcern als doel om over twee jaar twee derde van alle materialen uit duurzamere bronnen te halen. Nu al bestaat meer dan 65 procent van de katoen die de modeketen inkoopt uit gecertificeerd biologisch katoen of uit ‘better cotton’, tegenover 53 procent in 2016. C&A is daarmee 's werelds grootste afnemer van gecertificeerde biologische katoen volgens het Textile Exchange Organic Cotton Market Report. In totaal is zo’n 44 procent van de grondstoffen die worden gebruikt in de huidige collecties, met naast katoen bijvoorbeeld viscose en polyester, duurzamer ingekocht.
C&A introduceerde onlangs ook zijn eerste gerecyclede nylonproducten: lingerie gecertificeerd volgens de Global Recycled Standard. De modeketen heeft wereldwijd ruim 1,3 miljoen stuks Cradle to Cradle-gecertificeerde kleding op de markt gebracht en claimt daarmee op deze schaal ‘de meest duurzame modecollectie’ in de markt te hebben. Door in te kopen volgens het certificeringsprogramma Cradle to Cradle is C&A bovendien de eerste speler die kledingcollecties verkoopt die geproduceerd zijn volgens ‘hoge sociale normen’, zegt global chief sustainability officer Jeffrey Hogue. Verder laat C&A weten vorig jaar zijn ecologische voetafdruk met vijftien en watervoetafdruk met veertien procent te hebben verminderd. Het kledingbedrijf kondigt daarnaast met 'op wetenschap gebaseerde doelen' te komen om zijn impact op klimaatverandering terug te dringen.
Tommy Hilfiger en Calvin Klein
Naast C&A zitten spelers als Zalando, Adidas, Kering, Galeries Lafayette en Target bij Fashion for Good. Een nieuwe mijlpaal die het platform deze week aankondigt is de samenwerking met PVH Corp., een van de grootste kledingbedrijven ter wereld. Daarmee weet het platform toonaangevende merken als Tommy Hilfiger en Calvin Klein te strikken voor zijn missie. De nieuwe partner heeft een sterke legacy als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen, zegt Ley. “Samen zullen we ons richten op innovaties die betere alternatieven bieden en transparantie in de hele waardeketen mogelijk maken, van bron tot winkel.”
PVH moet een belangrijke rol spelen in de innovatie-agenda van Fashion for Good, onder meer door focusgebieden te definiëren en als mentor te fungeren van de deelnemende startups. Op zijn beurt krijgt PVH toegang tot de marktklare innovaties die via Fashion for Good's uitgebreide netwerk van de grond komen. PVH levert ook een bijdrage aan de Fashion for Good Experience.
De Fashion for Good-agenda past het PVH-programma voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, dat gericht is op samenwerken aan innovaties, reageert group vice president corporate responsibility Marissa Pagnani McGowan van het kledingconcern. “Disruptieve circulaire technologie ontsluit uitdagingen op het gebied van grondstoffen en afval. We geloven dat deze samenwerking ons helpt zowel het bedrijf als de industrie vooruit te helpen.”
Achterblijvers
Hoewel grote namen zich dus al aansloten bij Fashion for Good, laten concerns als Inditex en H&M laten het nog afweten. En om een structurele verandering te creëren, is juist een wereldwijde samenwerking nodig, stelt Fashion for Good. “We zijn voortdurend in gesprek met een groot aantal merken, retailers en fabrikanten in de hoop dat ze zich aansluiten”, zegt Ley. “Maar omdat we een open-sourceplatform zijn, kan iedereen per definitie profiteren van wat wij doen en lid worden van de beweging. Of ze nu een officiële partner zijn of niet.” Ze hoopt dat andere stakeholders inzien dat de uitdagingen binnen de mode-industrie te groot zijn om op eigen houtje aan te pakken.
Aangezien het ernaar uitziet dat de consumptie van kleding alsmaar blijft groeien, is er volgens Ley een enorme urgentie nú te handelen. “De grootste uitdaging is van een lineair take-make-waste-model over te schakelen naar een circulair model dat herstellend is.” In het ideale geval zou textiel nooit als afval eindigen en zou iedereen in de keten – van katoenboer tot consument – profiteren. Ley: “Alleen een wereldwijd partnerschap kan de beweging creëren die nodig is om structurele verandering te creëren. Daarvan onderdeel uitmaken is ontzettend spannend.”