Ondanks de strubbelingen met A-merkfabrikanten als Grolsch en Smilde zegt Unilever dat de prijzenoorlog dit jaar stopt. Adformatie vraag een aantal specialisten of dit wishful thinking is of getuigt van visionair inzicht.
Harry Brouwer, chairman Unilever Nederland zegt dat hij denkt en hoopt dat het einde nabij is. “De bodem is bereikt. We zijn het goedkoopste boodschappenland van Europa. A-merken worden met verlies verkocht, je ziet de weestand in de markt groeien”. Brouwer stelt dat er zonder A-merken geen grote innovaties zijn, waardoor er ook minder marktgroei is.
Laurens Sloot, algemeen directeur Erasmus Food Management Instituut (EFMI) denkt ook dat de prijzenoorlog in zijn eindfase is beland. “Uiteindelijk verwacht ik dat AH streeft naar een prijsniveau op het basisassortiment A-merken dat zo’n drie tot vijf procent hoger ligt dan bij erkende prijsvechters als Nettorama, Hoogvliet en Dirk. Drie jaar geleden was het ‘gat’ nog zo’n 15 procent.”
Frits Kremer, woordvoerder van Laurus denkt dat het allemaal wel wat langer kan gaan duren. “Het einde van de prijzenoorlog wil volgens ons zeggen dat de prijzen weer terugvallen naar het niveau van 2,5 jaar geleden. Dit zie ik niet heel snel gebeuren”. Kremer hoopt dat de politiek spoedig een besluit zal nemen over een antidumpwet. In zijn ogen vertoont de prijzenoorlog zeer ongezonde trekjes.
José Mes, woordvoerster van Albert Heijn, heeft een duidelijk en pasklaar antwoord: “Het betaalbaar maken van de alledaagse boodschappen weerhoudt ons er niet van om te blijven innoveren, zowel in de winkels, de logistiek als de producten. Kortom, wij willen ook in 2006 voor onze klanten het alledaagse betaalbaar én het bijzondere bereikbaar maken. Deze koers zetten we voort”.
Prijzenoorlog bijna voorbij?
Gepubliceerd op 13 januari 2006 om 00:00
Reacties 0