Expansie door nieuwe klanten

Bij internationale expansie, in het bijzonder in de snelgroeiende economieën van Brazilië, Rusland, India en China, richten ondernemingen zich primair op het zoeken van nieuwe consumentenmarkten in plaats van op het realiseren van kostenbesparingen. Dat bleek uit de negende jaarlijkse Global CEO Survey van PricewaterhouseCoopers.

Bijna tweederde van de 1.410 ondervraagde CEO's is ervan overtuigd dat de globalisering een positief effect zal hebben op hun onderneming gedurende de komende drie jaar. Volgens de CEO's wordt internationalisering echter het meest gehinderd door overregulering (64 procent), gevolgd door handelsbarrières/protectionisme (63 procent) en politieke instabiliteit (57 procent).
Terrorisme en georganiseerd verzet tegen globalisering staan onderaan de lijst van problemen bij internationale expansie.

In de nieuwe fase van de internationale expansie richten ondernemingen zich op het vinden en bedienen van nieuwe klanten in de groeimarkten van de wereld, meldt Willem Bröcker, Global Managing Partner van PricewaterhouseCoopers. “Vooral de economieën van India en natuurlijk China werden tot voor kort voornamelijk gezien als landen waar tegen lage kosten geproduceerd en geëxporteerd kon worden. Ze bieden nu echter aanzienlijke groeimogelijkheden voor zowel multinationals als lokale bedrijven. Tegelijkertijd ontstaat in deze landen, evenals in Rusland en Brazilië, een nieuwe groep van serieuze internationale concurrenten”.

Een internationaal richtpunt: Brazilië, Rusland, India, China
Ruim 70 procent van de respondenten zegt dat hun onderneming van plan is in de komende drie jaar zaken te gaan doen in tenminste één van de opkomende groeimarkten, de zogenoemde BRIC-landen.
Het is niet verrassend dat volgens 78 procent van deze CEO's China het meeste marktpotentieel biedt, gevolgd door India (64 procent), Rusland (48 procent) en Brazilië (46 procent). Ze zien ondernemingen in China (52 procent) en India (28 procent) als de belangrijkste concurrenten voor andere markten. De CEO's in de BRIC-landen zien concurrentievoordelen in de kwaliteit en productiviteit van arbeidskrachten, maar ook in de politieke en institutionele stabiliteit en de nabijheid van grote en groeiende lokale consumentenmarkten.

De respondenten noemen een uitgebreid pakket aan maatregelen waarmee zij de strategische doelstellingen in de BRIC's denken te gaan realiseren. Het aangaan van allianties staat hierbij bovenaan. Gevolgd door het openen van nieuwe kantoren, het ontwikkelen van unieke producten, outsourcen en offshoring. De CEO's van de Westerse landen ontplooien deze activiteiten vaker in China dan in de andere BRIC's. Deze trend geldt echter niet voor CEO's van ondernemingen uit de ontwikkelingslanden.