Ook BackWerk moest vorige week maandag vanwege de coronauitbraak noodgedwongen de deuren van zijn filialen dichthouden. Dinsdag gingen de vestigingen toch weer open, omdat het kabinet besloot dat verkoop via takeway vooralsnog wel is toegestaan. Maar storm loopt het als vanzelfsprekend niet. “De binnensteden en stations zijn compleet leeg", vertelt Dick de Vilder, managing director van BackWerk.

Het interview met De Vilder komt in tijden van de coronacrisis niet op het allerbeste moment, geeft hij toe. Het gesprek dat eigenlijk onder meer zou gaan over de groeiende foodformule, gaat nu vooral over het virus. Vorige week zondag besloot het kabinet dat alle eet- en drinkgelegenheden tot ten minste 7 april hun deuren moesten sluiten. Later werd verkoop via takeaway vooralsnog wel toegestaan, waarop BackWerk alle tafels en stoelen uit zijn lunchzaken haalde en nu alleen nog maar verpakte producten verkoopt. 

Volgens De Vilder helpt dit kleine exploitatiemodel in ieder geval om van de voorraden af te komen. Maar de omzetten zijn minimaal. “De winkels draaien een fractie van de omzet die ze normaal draaien. Dat heeft alles te maken met het feit dat de binnensteden en openbaarvervoerlocaties leeg zijn.” De managing director noemt de getroffen maatregelen zeer pijnlijk. “Al begrijp ik het natuurlijk volkomen gezien het belang van de samenleving.”

De aankomende tijd gaat BackWerk proberen kosten zoveel mogelijk te reduceren, onder meer door het voeren van gesprekken met leveranciers en verhuurders over betalingen. “We hebben bijvoorbeeld aan verhuurders gevraagd om met ons mee te denken de komende tijd. Een aantal verhuurders hebben hier al op gereageerd, maar meer kan ik daar op dit moment niet over zeggen.” Verder zegt De Vilder de situatie van dag tot dag te bekijken. “We kijken in ieder geval, net als iedereen, heel erg uit naar het einde van deze pandemie.” 

De weg naar winst
Hoewel het coronavirus de boventoon voert, valt het gesprek toch ook op de ontwikkeling van BackWerk in Nederland. De Duitse foodformule noemt zichzelf de uitvinder van de zelfbedieningsbakkerij en is inmiddels dik tien jaar in ons land vertegenwoordigd. Sinds 2018 opent BackWerk hier zo’n tien vestigingen per jaar. Om dat groeitempo te bereiken, moest het concept van de formule worden versterkt en aangepast. In 2014 werd De Vilder daarom aangesteld. Aan hem de taak om de Nederlandse consument warm te maken voor het zelfbedieningsconcept.

Daarbij ging De Vilder aan de slag met de look and feel van de filialen en met productpresentatie. Maar bovenal ging het om de kwaliteit en versheid van de producten. Na een jaar of vijf experimenteren met al deze facetten, staat het concept volgens de managing director nu als een huis. “We kunnen nu doorpakken met winkelopeningen. We weten inmiddels goed wat wel en niet werkt. Hierdoor zijn we de afgelopen anderhalf jaar behoorlijk succesvol geweest op het gebied van winkelopeningen.” Op de vraag waaruit dat blijkt, verwijst De Vilder naar de drukbezochte vestigingen en het expansietempo. “Het feit dat we al langere tijd op deze manier expanderen, geeft aan dat onze filialen succesvol zijn, anders kunnen we dat niet doen. BackWerk is zeker winstgevend. Alleen op dit moment even niet hè?”

Droomscenario
BackWerk heeft op dit moment 32 Nederlandse vestigingen op zijn naam staan. Eind deze maand zou daar een filiaal in Amsterdam aan worden toegevoegd. “Zoals het er nu uitziet, gaan we die vestiging afbouwen, maar houden we de deuren voorlopig gesloten.” Gezien de situatie vindt De Vilder het lastig om uitspraak over verdere winkelopeningen te doen. “We houden echt rekening met het scenario dat onze zaken voor langere tijd gesloten blijven. Daarom is moeilijk te zeggen wat we op welke termijn kunnen openen.”

De Vilder vertelde eerder uiteindelijk ruimte te zien voor ongeveer 120 vestigingen van de foodformule in ons land. Maar dat is ‘een droomscenario voor in de verre verre toekomst’, stelt hij zijn uitspraak bij. “We hebben ooit een lijst gemaakt met plekken waar we op den duur een locatie kunnen openen. Maar het is natuurlijk de vraag of je op al die plekken de mogelijkheid krijgt. Ik zou bijvoorbeeld graag drie filialen in de Efteling en op Schiphol openen, maar dat betekent niet dat zij daar ook zo over denken.”

De Zara van food
Naast prijs en kwaliteit is omloopsnelheid de derde belangrijke pijler van BackWerk, wat de formule geschikt maakt voor openbaarvervoerlocaties. BackWerk is inmiddels vertegenwoordigd op verschillende metrostations in Rotterdam en op het treinstation van Schiedam. In de toekomst zou De Vilder graag zijn samenwerking met NS uitbreiden, waar BackWerk nu twee panden van huurt. “Het is geen geheim dat we op meer treinstations willen openen, dat weet de NS ook. We zijn in afwachting van hoe die samenwerking zich gaat ontwikkelen. We gaan daar graag met ze over in gesprek.”

We willen de Zara op het gebied van food zijn. Een positie die we langzamerhand wel veroverd hebben

Eerder stelde De Vilder dat hij openlijk de concurrentie durft aan te gaan met elk ander Nederlands foodconcept op het gebied van prijs, kwaliteit en snelheid. En daar denkt hij anno 2020 nog precies hetzelfde over. Volgens hem zijn er nog geen foodformules in ons land die goede kwaliteit food voor dezelfde lage prijs als BackWerk kunnen bieden. Hij vergelijkt het met de opkomst van H&M en Zara. “Zij gingen het gat tussen textieldiscounters en dure modezaken vullen, en verkochten ineens mooie en trendy items voor een redelijke prijs. BackWerk wil de Zara op het gebied van food zijn. En ik denk dat we die positie langzamerhand wel veroverd hebben.”